riem oor Esperanto

riem

/rim/ naamwoord manlike

een band van leer of een ander materiaal

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Esperanto

remilo

naamwoord

rimeno

naamwoord

zono

naamwoord

Een kledingstuk gewoonlijk gemaakt van leder of een andere stevige stof, dat om de taille gedragen wordt om een broek of een ander kledingstuk op te houden.

rismo · Zono · padelo · rism

voorbeelde

Zijn riem is die voor de mijne, daarom kunnen we maar beter vrienden worden.
Lia remilo estas tiu antaû mi, kaj tial estas prefere, ke ni fari ̧u amikoj.

Maar hou je boog bij de hand, en ik zal mijn bijl los in mijn riem houden.
Sed tenu la pafarkon preta al la mano, kaj mi tenos mian hakilon malstrikta en la zono.

In zijn rechterhand was een kling als een spitse vuurtong; in zijn linker hield het een gesel met vele riemen.
En ĝia dekstra mano estis klingo kiel pikanta fajrolango; per la maldekstra ĝi tenis vipon multvostan.

De roerganger, die de riem met beide handen vasthield, stond met zijn rug (bak) naar het linkerboord van het schip, en dat was dus bakboord.
La stiristo, kiu tenis la remilon per ambaŭ manoj, staris kun sia dorso al la maldekstra bordo (babordo) de la ŝipo.

Het is goed riemen snijden van andermans leer.
Facilas tranĉi rimenojn el ledo de aliulo.

Op dat moment gleed de opgeheven riem uit Jensens hand en plonsde in het water.
Tiumomente elglitis el la mano de Jensen la levita remilo kaj plaûdis en la akvon.

‘Zwart, twee riemen, heel versleten — mooi.
“Nigra, du rimenoj, tre maleleganta — bone.

Tom deed zijn riem af.
Tomo demetis sian zonon.

Dat klonk niet als een opmerking die een antwoord vereiste: dus zei Alice niets, maar trok aan de riemen.
Tio ne sonis bezoni respondon: do Alico diris nenion, sed nur remadis.

500 vel wordt een riem genoemd.
Oni povas nomi ĝin cincino.

Als een andere boot in mijn vaarwater komt, voel ik de neiging een riem te grijpen en alle opvarenden ervan af te maken.
Kiam alia boato malhelpas mian iradon, mi sentas, ke mi volas preni remilon kaj mortigi çiujn homojn en ̧i.

Je moet roeien met de riemen die je hebt.
Se forestas la suno, sufiĉas la luno.

Hij had zijn zwaard nog in de hand en aan zijn linkerarm, hangend aan de riem, was Faramirs staf.
Lia glavo estis ankoraŭ en la mano, kaj sur lia maldekstra brako, pendante sur ŝnureto, estis la bastono de Faramiro.

We namen de riemen en probeerden de boot uit de modder te duwen en dusdoende braken we een van de riemen.
Ni prenis la remilojn kaj penis forpuÿi la boaton el la ÿlimo, kaj farante tion, ni rompis unu remilon.

Hij heeft lang en ver gereden met een strakke riem en heeft vanmorgen zware arbeid verricht, en hij heeft honger.
Li rajdis longe kaj granddistance kun strikta zono, kaj li forte laboris ĉi-matene kaj li malsatas.

En een regenachtige middag bleef ze in de houtschuur en sneed een paar riemen.
Kaj dum pluva antaûtagmezo ÿi restis en la lignaîejo kaj çarpentris paron da remiloj.

Als hij je wil dragen doet hij dat, en zo niet, dan kan geen bit, breidel, zweep of riem hem temmen.
Se ĝi konsentas porti vin, ĝi tion faras; kaj se ne, nu, neniu buŝfero, brido, vipo aŭ ligaĵo malsovaĝigos ĝin.

Er liepen twee riemen over de schouders.
Estis nur du ŝelketoj trans la ŝultroj.

Hinderlijke bochten zoals in Langerbrugge, Rieme, Rodenhuize en Zelzate werden weggewerkt.
Ĝenaj kurboj kiel en Langerbrugge, Rieme, Rodenhuize kaj Zelzate estis forigitaj.

Ik denk dat het me een hart onder de riem zal steken, snap je.”
Mi kredas ke tio kuraĝigos min, sciu.""

Een grote mooie vergulde boot die over de rivier aan kwam varen met in het zwart geklede mannen aan de riemen.
Bela, granda, ora boato, kiu alproksimi ̧is al ni sur la rivero kun nigre vestitaj viroj çe la remiloj.

Ze gaven hem gelijk en lieten de riemen weer oppakken; het vreemde geluid werd nu sterker.
Ili konsentis pri tio, kaj la remado estis daûrigata; la fremda sonorado nun fari ̧is pli laûta.

Frodo nam hem uit de zak van zijn korte broek waar hij vastzat aan een kettinkje dat aan zijn riem hing.
Frodo elprenis ĝin de sia pantalonpoŝo, kie ĝi estis kroĉita al ĉeno pendanta de l’ zono.