De Concilievaders van Vaticanum II hebben de blik vast op de openbarende Jezus gericht en daarbij het heilskarakter van Gods openbaring in de geschiedenis aangegeven: “Door deze openbaring spreekt dus de onzichtbare God (vgl. Kol 1,15; 1 Tim 1, 17) uit de overvloed van zijn liefde de mensen aan als zijn vrienden (vgl. Ex 33,11; Joh 15, 14-15) en gaat met hen om (vgl. Bar 3, 38), om hen uit te nodigen tot de gemeenschap met Hem en hen daarin op te nemen.
Fabium illis Valentem, captivum et casibus dubiis reservatum, praegravem fuisse, nedum Primus ac Fuscus et specimen partium Mucianus ullam in Vitellium nisi occidendi licentiam habeant.vatican.va vatican.va