beer oor Latyn

beer

/beːr/ naamwoord manlike

een groot viervoetig zoogdier uit de familie ''Ursidae'' van de roofdieren

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Latyn

ursus

naamwoord manlike

Een groot vleesetend zoogdier van de familie Ursidae,verwant met de hond en wasbeer, met ruig haar, een zeer korte staart, en platte voeten.

De beer rende achter me aan.
Ursus me consecutus est.

ursa

naamwoord vroulike

verres

naamwoord manlike

Ursus

De beer rende achter me aan.
Ursus me consecutus est.

urßus

Soortgelyke frases

Berend
Bernardus

beren
ursidae

kleine beer
ursa minor

grote beer
ursa maior

Kleine Beer
Ursa Minor

Beren
Ursidae · Ursus

Root beer
Cervisia radicalis

Maleise beer
Helarctos malayanus

de huid niet verkopen voor de beer geschoten is
ante victoriam ne canas triumphum

voorbeelde

De beer rende achter me aan.
Ursus me consecutus est.

Beren kunnen in bomen klimmen.
Ursi arbores ascendere possunt.

De beer is zwart.
Ursus niger est.

Een beer heeft hem gedood.
Ursus eum necavit.

Ze hebben een beer levend gevangen.
Ursum vivum ceperunt.

Beren zijn heel gevaarlijk.
Ursi valde periculosi sunt.

Hier leeft een beer.
Hic habitat ursus.

De beer bijt zichzelf.
Ursus se mordit.

De meeste beren zijn alleseters.
Ursi plerique omnivori sunt.

Ik ben bang voor beren.
Ursos timeo.

Opa en Kleine Beer gaan naar de tuin.
Et homines et lupi iter ad Paradisum faciunt.

Een beer schreef het verhaal.
Ursus fabulam scripsit.

Is dat een beer?
Estne ursus?

Tom schoot een beer neer.
Thomas plumbo ursum petiit.

De jager schoot een beer neer.
Venator ictum in ursum misit.

Een beer verscheurde Tom.
Ursus Thoman dilaceravit.

De beer eet een appel.
Ursus malum edit.

Ik heb een beer neergeschoten.
Plumbo ursum petii.

Zie je de beer?
Videsne ursum?

De beer is groot.
Ursus magnus est.