Dzungars oor Nederlands

Dzungars

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

Juun Ghar

voorbeelde

Over the next two years, Qing armies destroyed the remnants of the Dzungar khanate.
In de daaropvolgende twee jaar vernietigde het Qing-leger de resten van het Dzjoengaarse kanaat.

In the following months the Dzungars tried to eliminate followers of Lhabzang Khan.
In de erop volgende maanden probeerden de Dzjoengaren de voormalige aanhangers van Lhabzang Khan uit de weg te ruimen.

After the invasion of Tibet by the Dzungars he took part in the organization of the Tibetan defense lines.
Na de inval van de Dzjoengaren in Tibet nam hij in bepalende mate deel aan de organisatie van de Tibetaanse verdedigingslinies en verder aan de verdediging van de stad Lhasa.

In 1746, he was also proclaimed by the nobility of the Dzungars as their new leader.
In 1746 werd hij dan ook door de adel van de Dzjoengaren tot hun nieuwe leider geproclameerd.

Here Tagtsepa belonged to the traitors who informed the Dzungar troops about the lines of defense of Lhabzang Khan and thereby facilitated the advance of the enemy.
Tagtsepa behoorde namelijk tot de verraders die de verdedigingslinies van Lhabzang Khan aan de Dzjoengaren doorgaven en daarmee hun oprukken begunstigden.

The Qing then freed the Afaqi Khoja leader Burhan-ud-din and his brother Khoja Jihan from their imprisonment by the Dzungars and appointed them to rule as Qing vassals over the Tarim Basin.
De Qing bevrijdde de Afaqi Khoja-leider Burhan-ud-din en zijn broer Khoja Jihan uit hun gevangenschap door de Dzjoengaren en benoemden hen als Qing-vazallen in het Tarimbekken.

He traced his ancestry back directly to Erdeni Batur (died 1635), the founder of the Dzungar Khanate.
Hij kon zijn afkomst rechtstreeks terugvoeren naar Erdeni Batur (overleden 1635), de grondvester van het kanaat.

The Dzungar people had been converted to Tibetan Buddhism in the early 17th century and had a close relation to the Gelugpa church and the Dalai Lamas.
De Dzjoengaren hadden zich in het begin van de 17e eeuw tot het Tibetaans boeddhisme bekeerd en hadden sindsdien een nauwe religieuze band met de gelugorde en de dalai lama.

In 1755, the Qing Empire attacked Ghulja, and captured the Dzungar Khan.
In 1755 viel het Qing-rijk Ghulja aan, en nam de Dzjoengaarse khan gevangen.

The contacts they made with Gyurme Namgyal meant that he could maintain written communication with Dzungaria and call for the Dzungars to march to Tibet via Ladakh.
De contacten die Namgyal toen maakte, leidden ertoe dat hij briefwisselingen met Dzjoengarije kon voeren en de Dzjoengaren opriep over Ladakh op te trekken naar Tibet.

Renat also met a Swedish woman who was also a Dzungar captive.
Renat was een Zweedse officier die ook door de Dzjoengaren gevangen was genomen.

Although the Dzungars were located west of the Eastern Mongols, the derivation of their name has been attributed to the fact that they represented the left wing of the Oirats.
De Dzjoengaren woonden dan wel ten westen van de oostelijke Mongolen, zoals de Khalka's, maar hun naam is het gevolg van het feit, dat ze de "linkervleugel" vormden van de Oirats.

Her earlier incarnation had performed a miracle in 1716, when Dzungar Mongols threatened her monastery.
In 1716 al verrichtte haar incarnatie een wonder toen de Mongoolse troepen van Dzungar haar klooster bedreigden.

The Dzungars started a reign of terror with the aim of plundering the riches of Tibet.
De Dzjoengaren vestigden een schrikbewind met als doel Tibet te plunderen.

Over the next two years, the Manchus and Mongol armies of the Qing destroyed the remnants of the Dzungar Khanate, and attempted to divide the Xinjiang region into four sub-Khanates under four chiefs.
Gedurende de daaropvolgende twee jaar, vernietigde de Mantsjoe- en Mongoolse legers van de Qing de resten van Dzjoengaarse kanaat, en probeerden de regio Xinjiang te verdelen in vier sub-kanaten onder vier leiders.

An army of 7,000 was dispatched in 1718 but was annihilated by the Dzungar troops.
Een in 1718 uitgezonden Chinese eenheid van 7000 man werd door de Dzjoengaren verslagen.

The Qing dynasty waged war against the Dzungars for decades until finally defeating them and then Qing Manchu Bannermen carried out the Dzungar genocide, nearly wiping them from existence and depopulating Dzungaria.
De Qing-dynastie voerde tientallen jaren oorlog tegen de Dzjoengaren totdat ze hen uiteindelijk versloeg. De Dzjoengaren werden hierdoor gedecimeerd en Dzjoengarije grotendeels ontvolkt.

Qing Dynasty[edit] During the 17th and 18th Centuries the Qing Dynasty made several campaigns to conquer the Dzungar Mongols.
Chinese invloed[bewerken] Tijdens de 17e en 18e eeuw ondernam de Qing-dynastie verschillende militaire expedities om de Dzjoengaren te overwinnen, die een groot deel van Oost-Turkestan en Mongolië wisten te veroveren.

Fragment of medieval Oirat map Historically, the Oirats were composed of four major tribes: Dzungar (Choros or Olots), Torghut, Dörbet, and Khoshut.
Traditioneel waren de Oirats verdeeld in vier stammen: Dörbet, Torgut, Khoshut en Dzjoengaren, die als aparte politieke entiteit vanaf de 16e eeuw herkenbaar waren.

From Desideri Samuel had already understood that surrounding countries – such as Mongolia – and tribes of the Eurasian steppes – such as the Dzungar Khanate – repeatedly invaded and plundered Tibet with brutal force.
Van Desideri begreep Samuel al dat omringende landen – zoals Mongolië – en stammen van de Euraziatische steppen – zoals de Dzungar Khanate – in het verleden herhaaldelijk Tibet met bruut geweld binnenvielen en plunderden.

In the 17th century, the Dzungars established an empire over much of the region.
In de 17e eeuw richtten de Dzjoengaren (Oirat-Mongolen) een rijk op over een groot deel van de regio.

Mindroling was damaged in 1718 by the Dzungar Mongols from East Turkistan.
Mindroling werd ernstig beschadigd door de Oirat-Mongolen in 1718 uit Oost-Turkestan.

The Dzungar Khanate covered the area called Dzungaria and stretched from the west end of the Great Wall of China to present-day eastern Kazakhstan, and from present-day northern Kyrgyzstan to southern Siberia.
De Oirat-mongolen beheersten een gebied dat in het Westen bekendstond als Groot-Tartarije en zich uitstrekte van de Grote Muur van China tot de rivier de Don, en van de Himalayas tot Siberië.

About this time, some Dzungars informed the Kangxi Emperor that the 5th Dalai Lama had long since died.
Pas daarna maakte Sanggye Gyatso het feit bekend, dat de vijfde dalai lama al vijftien jaar overleden was.

Mindrolling was heavily damaged in 1718 by the Dzungar Mongols from East Turkistan.
Mindroling werd ernstig beschadigd door de Oirat-Mongolen in 1718 uit Oost-Turkestan.