bumbler oor Nederlands

bumbler

naamwoord

Someone who bumbles; a stumbler or blunderer.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

stumper

naamwoord

voorbeelde

Gabriel was a bumbler and more interested in drugs and drinking than women.
Gabriel was een beetje sukkelig en meer geïnteresseerd in drugs en drank dan in vrouwen.

“Oy,” the bumbler agreed, and closed his eyes again.
‘Oy,’ was de brabbelaar het met hem eens, en sloot zijn ogen weer.

For a terrible moment he thought the bumbler was gone, and then his fingers found the silky fur.
Eén vreselijk moment dacht hij dat de brabbelaar weg was, en toen vonden zijn vingers de zijde-achtige vacht.

He’s no bumbler, either,” he said eagerly to his brother.
Hij is overigens niet onhandig,” zei hij levendig tegen zijn broer.

Bumblers just repeat what they hear—or used to.
Brabbelaars herhalen alleen maar wat ze horen – of liever gezegd, dat deden ze vroeger.

Mordred succeeded in turning the bag over and the bumbler, probably half a yearling, fell into his lap.
Mordred slaagde erin de zak om te draaien, en de brabbeldas, waarschijnlijk een halfjaarling, viel in zijn schoot.

“Not yet,” she told the bumbler, “but you give me a few more months like the last few, and I will be.
'Nog niet,' zei ze tegen de brabbelaar, 'maar nog een paar maanden als deze laatste, en ik bén het.

He was a real bumbler, but others might not be.""
Hij was een echte stuntel, maar anderen zijn dat misschien niet.’

That the bumbler was also weeping no longer surprised Roland; he had seen him cry before.
Het verbaasde Roland niet meer dat de brabbeldas ook huilde; hij had hem al eerder zien huilen.

No, make it four, because even the gods-cursed bumbler was staring.
Nee, alle vier, want zelfs de goden-vervloekte brabbeldas keek naar hem.

But I’m sure we can do better than rats and half-grown billy-bumblers when it comes to dinner.
Maar we kunnen vast wel iets beters vinden dan ratten en halfvolgroeide brabbeldassen.

“We’re close,” he murmured into the bumbler’s cocked ear, “and so we have to be quiet.
‘We zijn er bijna’, mompelde hij in het gespitste oor van de brabbelaar, ‘en we moeten dus stil zijn.

Chappelle might be an ass and a bumbler when it came to field work, but he pushed paper with the best of them.
Chappelle was dan wel een klungel als het om veldwerk ging, maar hij was een uitstekende pennenlikker.

He could have meant the woman and the billy-bumbler, but it was only the woman he looked at.
Hij bedoelde daarmee de vrouw en de brabbeldas, maar hij keek alleen de vrouw aan.

Six bumblers sitting on a fallen tree in the forest beneath a crescent moon, all with their snouts raised.
Zes brabbelaars die in het bos op een omgevallen boomstam zaten, onder een halve maan, allemaal met een opgeheven snuit.

Bumblers ain’t allowed to hold no one’s tongue around the Tick-Tock Man, not even fine young triggers like you.
Bij de Tik-Tak Man mag geen enkele brabbelaar iemands mond houden, zelfs zo’n fijne jonge heer als jij niet.

Ten minutes later the bumbler came out of the woods on his own and sat down by Roland’s left boot.
Tien minuten later kwam de brabbeldas uit zichzelf het bos uit en ging bij Rolands linkerlaars zitten.

Oy might try to protect him, but if Andy didn't take care of the bumbler, Ben Slightman would.
Oy zou misschien proberen hem te beschermen, maar als Andy niet met de brabbeldas afrekende, deed Ben Slightman dat wel.

The bumbler kept shutting both eyes, and eventually gave up.
De brabbelaar deed telkens beide ogen dicht, en gaf het uiteindelijk op.

Except for the barking dogs, the howling bumbler, and the chirping birds, the world was silent.
Afgezien van de blaffende honden, de huilende brabbeldas en de kwetterende vogels was de wereld stil.

We call on media and entertainment outlets to portray devoted and capable fathers who truly love their wives and intelligently guide their children, instead of the bumblers and buffoons or “the guys who cause problems,” as fathers are all too frequently depicted.
We doen een beroep op de media en de amusementsbranche om toegewijde, capabele vaders in beeld te brengen die echt van hun vrouw houden en hun kinderen op intelligente wijze begeleiden, in plaats van de stuntelaars en hansworsten, of de ‘jongens die problemen veroorzaken,’ zoals vaders zo vaak worden afgebeeld.

And the bumbler can go in with ye, Jake, if ye’d like; Pere said for me to tell’ee so.
En de brabbelaar kan met u meegaan, Jake, als ge wilt; de vaar zei dat ik dat moest zeggen.

The tiles were damp from a recent mopping, and Jake was afraid the bumbler wouldn’t be able to find the scent.
De tegels waren nog vochtig van een dweilbeurt, en Jake was bang dat de brabbeldas de geur niet kon oppikken.

“But you just said we shouldn’t jump to conclusions and that he was a bumbler.”
‘Net zei je nog dat we niet meteen conclusies moesten trekken en dat hij maar een stuntel was.’

There was no need for the bumbler to use his teeth this time because their host was still staggering.
Het was deze keer niet nodig dat de brabbeldas zijn tanden gebruikte, want hun gastheer wankelde nog.