dawdle oor Nederlands

dawdle

/ˈdɔːdəl/ werkwoord, naamwoord

To spend time idly and unfruitfully, to waste time.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

treuzelen

Don't dawdle, or the beasts will tear you limb from limb.
Niet treuzelen, anders scheuren die beesten u aan stukken.

talmen

werkwoord

Soortgelyke frases

dawdling
getreuzel

to dawdle
treuzelen

dawdling
getreuzel

voorbeelde

“If you dawdle over closing up, I’ll have to come down here and have my way with you on the bar.”
‘Als je te lang treuzelt met afsluiten, zal ik naar beneden moeten komen om het hier op de bar met je te doen.’

She dawdled along, irritated at his dismissal and at Alicia Marshall’s having rung Gina.
Ze bleef wat rondhangen, geërgerd door zijn afwijzing en door het feit dat Alicia Marshall Gina had gebeld.

He caught sight of the clock and realized he had spent so much time dawdling that he was about to miss the bus.
Hij kreeg de klok in de gaten en besefte dat hij zoveel tijd had verlummeld dat hij zijn bus nog zou missen.

We must not dawdle on this, however.
Er mag echter niet getreuzeld worden.

No dawdling.
Geen getreuzel.

If this had been a couple of years back, and on a caper for the Princess, it would have been a dawdle.
Als dit een paar jaar geleden was gebeurd, en bij een karweitje voor De Prinses, zou hij erom gelachen hebben.

Felix Leiter was weaving the black Studillac fast through the lanes of dawdling traffic on the Triborough bridge.
Felix Leiter zwenkte de zwarte Studillac door het treuzelende verkeer op de Triborough Bridge.

Roberta dawdled with her luggage while Daisy and Jenny rushed to the exit and peered out curiously.
Roberta treuzelde met haar bagage, terwijl Daisy en Jenny al bij de deur stonden en nieuwsgierig naar buiten keken.

Don't dawdle, or the beasts will tear you limb from limb.
Niet treuzelen, anders scheuren die beesten u aan stukken.

“Do we have time to dawdle at the window?”
‘Hebben we tijd om bij het raam te staan treuzelen?’

As they dawdled towards them, Max saw to his horror that the second man was Leather-Jacket.
Toen ze naderbij kwamen, zag Max tot zijn grote schrik dat de tweede man Lerenjasje was.

He takes them but he dawdles and doesnt put them on.
Hij pakt ze aan maar treuzelt lang en trekt ze niet aan.

Chapter Six AT eight, while we were dawdling over coffee, the captain came over to the table.
HOOFDSTUK 6 Om acht uur, toen we bij de koffie nog wat zaten na te tafelen, kwam de zaalchef naar me toe.

“If you keep on dawdling, the Reverend Mother will give us a penance again,” she said.
'Als je zo blijft treuzelen, krijgen we weer op onze kop van moeder-overste,' zei ze.

She waited until the last few stragglers had dawdled off down the road, fiddling with their mobiles.
Ze wachtte tot de laatste treuzelaars, druk in de weer met hun mobieltjes, de straat uit waren geslenterd.

I took the train back downtown and dawdled some at St.
Ik nam de trein terug naar het centrum, hing wat rond in St.

Gretchen allowed Billy to dawdle behind her, balancing on cracks in the pavement.
Gretchen liet Billy alleen, balancerend op de scheuren in het plaveisel, achter haar aanslenteren.

‘Don’t dawdle, you two,’ she called.
‘Niet zo treuzelen, jullie tweeën,’ riep ze.

There is no point just dawdling there, girl.
Het heeft geen zin te treuzelen, meisje.

I suggest you don't dawdle.
Blijf niet rondhangen.

Now, don't dawdle, Fred.
Niet treuzelen, Fred.

But I had to wait; I walked round in circles, sometimes fast, sometimes dawdling.
Ik liep het plein rond, soms snel, soms treuzelend.

They said, “Look, Mom, would you and Dad stop dawdling or we're going to be late at Debbie's and Mike's house.
Ze zeiden: ‘Luister, mams, willen jij en paps niet zo treuzelen, anders komen we te laat bij Debbie en Mike.

Come along, Julia, don’t dawdle.
Kom mee, Julia, niet treuzelen.

Don't dawdle.
Niet treuzelen.