footslogger oor Nederlands

footslogger

naamwoord

Common term for a foot soldier. A person who footslogs.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

voetganger

naamwoord

voorbeelde

Being neither footsloggers nor good horsemen, dwarves traveled on wheels by preference.
Dwergen waren geen voetvolk en geen goede ruiters en reisden het liefst op wielen.

What’re you doing here, you blery footslogger?
Wat doe jij hier, blery zandhaas?

The Stalag camps were for non-commissioned military personnel—footsloggers like Bruce.
De Stalag-kampen waren bestemd voor het eenvoudige militaire personeel – infanteristen zoals Bruce.

Panzer soldiers with a long and expensive training behind us running around as footsloggers.
Tanksoldaten met een lange, dure opleiding achter de rug, spelen nu zandhaasje.

'If you're just the footsloggers, of course, you won't know who the Prince is.
‘Als jullie maar het gewone voetvolk zijn, weten jullie natuurlijk niet wie de Prins is.

Being honest Wehrmacht footsloggers, they did not like the SS, and they did not like moustaches.
Als simpele zandhazen van de Wehrmacht hadden ze niet veel op met de SS - en evenmin met snorren.

We was infantry, the fastest footsloggers in Africa for sure in those days.
Wij waren van de infanterie, in die tijd zonder meer de snelste zandhazen van Afrika.

That’s the traditional hobby of your aristocrats, not the likes of us footsloggers.
Dat is van oudsher een hobby van die aristocraten van je, en niet van ons slag voetsoldaten.