ganef oor Nederlands

ganef

naamwoord

(slang, pejorative) Thief, rascal, scoundrel.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

gannef

naamwoord

ganneven

naamwoord

voorbeelde

Behind him stands a legion of record men, street-corner ganefs who worked their way up from nothing.
Achter hem staat een heel legioen platenmensen, straatschooiers die zich vanuit niets hebben opgewerkt.

But if you happen to come up with the next Harry Potter... we may need it to pay the ganef lawyers.
Maar als je de volgende keer met Harry Potter komt aanzetten... hebben we het misschien nodig om de lompe advocaten te betalen.

That ganef was born with his hand in someone's pocket.
Die schurk is geboren met z'n hand in je broekzak.

Things started to pick up for the home team when Maria's brother, a ganef if ever I saw one, took the stand.
Het ging beter toen Maria's broer, een enorme schurk, ging getuigen.

Look at what those ganefs sent me instead of that beautiful bag.
Kijk dan wat die idioten me stuurden in plaats van die mooie tas.

Those ganefs only help themselves, Isaac.
Die dieven helpen alleen zichzelf, Isaac.