greengrocer oor Nederlands

greengrocer

/ˈɡɹinˌɡɹəʊs.ə(ɹ)/ naamwoord

(chiefly UK) A person who sells fresh vegetables and fruit, normally from a relatively small shop

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

groenteboer

naamwoord manlike

person who sells fresh vegetables and fruit

So I just happen to run into you at the dry cleaner, the greengrocer, the post office?
Dus ik kwam je toevallig tegen bij de stomerij, de groenteboer, het postkantoor?

groenteman

Did you see the greengrocer look foolish?
Zag je hoe die groenteman op z'n neus keek?

Soortgelyke frases

greengrocer's
groenteboer

voorbeelde

The greengrocer?
De groenteboer?

These are the vehicles which make deliveries in towns - postmen, small greengrocers, deliveries for suppliers.
Dat zijn de voertuigen die in de steden het distributievervoer verzorgen, de postbodes, de kleine groentehandelaren, het distributievervoer voor leveranciers.

I started at the butcher’s, collected the Spook’s sack, moved on to the greengrocer’s, and finished at the baker’s.
Ik begon bij de slager, haalde de tas op, liep door naar de groenteboer en eindigde bij de bakker.

"""What kind of assignment can a student greengrocer be doing?"
‘Wat voor werkstuk kan een groenteman in opleiding moeten maken?

One day I heard the greengrocer tell a customer what should have been done to my kind back then.
Op een dag hoorde ik de groenteman tegen een klant zeggen wat ze indertijd hadden moeten doen met kinderen zoals ik.

I think it's a joke that the son of a greengrocer is friends with the son of a judge.
Ik vind het komisch dat de zoon van een groenteboer... en de zoon van een rechter vrienden zijn.

So I just happen to run into you at the dry cleaner, the greengrocer, the post office?
Dus ik kwam je toevallig tegen bij de stomerij, de groenteboer, het postkantoor?

You write your orders like a housekeeper with a list for the greengrocer.”
Recepten uitschrijven zoals een huishoudster een lijstje maakt voor de kruidenier.’

Leigh Fermor fell for the daughter of the local greengrocer.
Leigh Fermor viel voor de dochter van de plaatselijke groenteboer.

Yes, missing dentists, missing greengrocers.
Vermiste tandartsen en kruideniers.

The Goocheys had a greengrocer’s shop in the middle of the High Street, and the family lived above the shop.
De Koetsies hadden een groentewinkel in het midden van de Dorpsstraat en de familie woonde boven de winkel.

The petrol station, the greengrocers.
Het benzinestation, de kruidenier.

The safe house off the Place Saint-Michel has been rolled up, and Pierre Durant, the greengrocer, has been betrayed.
Het onderduikadres in de buurt van de Place Saint-Michel was ontdekt, en Pierre Durant, de groenteboer, was verraden.

“That’s an awful lot of potatoes for two people,” Seamie said, as Jennie bought five pounds from a greengrocer.
‘Dat zijn vreselijk veel aardappels voor twee mensen,’ zei Seamie, toen Jennie een paar kilo kocht.

I don’t remember getting back across Greene Street to where the greengrocer was.
Ik kan me niet herinneren dat ik naar de overkant van Greene Street ben gelopen, waar de groenteboer stond.

Don’t be long, Janey; you’re not paid to shift boxes for the greengrocer.’
Doe het wel snel, Janey; je wordt niet betaald om dozen te sjouwen voor de groentehandel.’

The greengrocer at the end of the street didn’t sell Lilly Pilly berries and recognised her.
De groenteboer aan het einde van de straat verkocht geen Lilly Pilly-bessen en herkende haar.

In the household-accounts ledger, she had noticed a rather hefty expenditure to the greengrocers.
In het huishoudboekje zag ze dat er behoorlijk wat geld aan groenten werd uitgegeven.

One is forced to have some kind of truck with butchers and bakers and milkmen and greengrocers.
Men heeft nu eenmaal te maken met slagers en bakkers, met melk- en groenteboeren.

‘In Brussels we caught a group disguised in Salvation Army uniforms,’ says Porta to a greengrocer.
'In Brussel hebben we een groep opgepakt, die vermomd was als het leger des Heils,' zegt Porta tegen een groenteman.

Small greengrocers, hijabs and old men on plastic chairs outside their cafés.
Koloniale winkeltjes, hidjab en oude mannen op plastic stoelen voor hun koffiehuizen.

As a chief steward, Coombes drew on his experience as a butcher and a greengrocer.
Als eerste hofmeester profiteerde Coombes van zijn kennis als slager en groenteboer.

In the main street were a supermarket and a fishmonger’s, a dairy, a bakery, and a very basic greengrocer.
In de hoofdstraat waren een supermarkt, een viswinkel, een melkboer, een bakker en een eenvoudige groentewinkel.

‘Went down to the greengrocer this morning to buy some spuds for me tea.
“Ben vanmorgen naar de groenteboer gegaan om piepers te kopen voor het middageten.

He passed the halal butcher and greengrocer’s which was busy and bustling, as usual.
Hij passeerde de islamitische slager en groenteboer waar zoals altijd veel volk op de been was.