mendacity oor Nederlands

mendacity

/mɛnˈdasəti/ naamwoord

The fact or condition of being untruthful; dishonesty.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

leugen

naamwoord vroulike

A lie, deceit or falsehood

" Look past the mendacity.
'Voorbij deze leugen kunnen kijken.

leugenachtigheid

The fact or condition of being untruthful; dishonesty

You won't live with mendacity, but you're an expert at it.
Je wilt niet met leugenachtigheid leven, toch ben je er'n expert in.

bedrog

naamwoord onsydig

A lie, deceit or falsehood

oneerlijkheid

naamwoord

The fact or condition of being untruthful; dishonesty

voorbeelde

The consequences of mendacity or evasion will be very unpleasant.’
De gevolgen van leugenachtigheid of uitvluchten zijn zeer onplezierig.’

Your only science is mendacity!
Jullie enige wetenschap is liegen!

Oh, corruption, mendacity
Corruptie, leugens

Mendacity!
Leugenachtigheid!

Worse, their publishers encouraged them in this mendacity!
Wat erger was: hun uitgevers moedigden hun leugenachtig gedoe aan!

The natural human tendency is to deploy another lie to bolster the initial mendacity.
Mensen zijn van nature geneigd om de oorspronkelijke onwaarheid te ondersteunen met nog een leugen.

Losing the woman you love through your own stupidity, weakness, and mendacity is another matter.
De vrouw van wie je houdt verliezen als gevolg van je eigen stommiteit, slapheid en leugenachtigheid is iets anders.

I do not scruple to employ mendacity and a fictitious appearance of female incompetence when the occasion demands it.
Ik deins er niet voor terug om leugens en gefingeerde blijken van vrouwelijke onmacht te gebruiken als dat nodig is.

You won' t Iive with mendacity, but you' re an expert at it
Je wilt niet met leugenachtigheid leven, toch ben je er ' n expert in

Caroline had listed some of the lies Alison had told him, and he was shaken to his soles by her mendacity.
Caroline had enkele dingen opgesomd die Alison hem op de mouw had gespeld en haar leugenachtigheid had hem geschokt.

For some time now, I have been plagued by certain weighty questions which... hardly pertain to mendacity or sloth.
gedurende enige tijd wordt ik geplaagd door bepaalde belangrijke zaken die met valsheid van doen hebben

You won't live with mendacity, but you're an expert at it.
Je wilt niet met leugenachtigheid leven, toch ben je er'n expert in.

But your crime is nothing compared to the mendacity of the state.”
Maar jouw misdrijf is niets vergeleken met de leugenachtigheid van de staat.’

" Look past the mendacity.
'Voorbij deze leugen kunnen kijken.

What do you know about mendacity?
Wat weet je van leugenachtigheid?

McGrath Barrett’s newest partner was mulling over the mendacity of the statement.
McGrath Barretts nieuwste partner peinsde over het waarheidsgehalte van die verklaring.

Mendacity is a system we live in.
Leugenachtigheid is'n systeem waarin we leven.

Sacred Scripture always assumes that the individual, even if guilty of duplicity and mendacity, can know and grasp the clear and simple truth.
De heilige Schrift neemt altijd aan dat het individu, ook al is het schuldig aan dubbelzinnigheid en leugenachtigheid, de heldere en eenvoudige waarheid kan bevatten.

Mendacity is permissible as a means of protection from a greater evil.’
Onwaarheden vertellen is toegestaan als bescherming tegen een groter kwaad.'

He was not prepared for the mendacity it represented.
Hij was niet voorbereid op de leugenachtigheid, die het vertegenwoordigde.

Findail showed alternate compassion and disdain as if both were simply facets of his mendacity.
Findail vertoonde beurtelings medelijden en verachting, alsof beide eenvoudig facetten van zijn leugenachtigheid waren.

The global mendacity would destroy us, cause us to destroy ourselves, perhaps.
De leugenachtigheid van de wereld zou ons vernietigen, zou ons misschien dwingen onszelf te vernietigen.

“Dedicated men who understand the nature of your hatred, your mendacity.
‘Toegewijde mensen die de aard van jullie haat kennen, van jullie leugenachtigheid.