milliner oor Nederlands

milliner

naamwoord

A person who is involved in the manufacture, design, or sale of hats for women. Category:Occupations

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

modiste

naamwoord

I believe he had installed her in a flat above a milliner's on Yonge Street.
Ik denk dat hij haar had geïnstalleerd in een flat boven een modiste op Yonge Street.

modemaakster

hoedenmaakster

I was a milliner when I met him.
Ik was een hoedenmaakster toen ik hem ontmoette.

hoekenmaker

Someone whose profession it is to make and sell hats.

voorbeelde

'Neither the boy, Nathaniel Milliner, nor the labourer, Patrick Fitzgerald, had anything to do with it.
‘Die jongen, Nathaniel Milliner, noch die arbeider, Patrick Fitzgerald, had er iets mee te maken.

“Flora the milliner,” he said solemnly, “is Arthur Wilmot!”
'Flora de modiste,' zei hij plechtig, 'is Arthur Wilmot.'

I saw her last spring in Tutleigh, buying some ribbon at the milliner shop.
Ik heb haar afgelopen voorjaar in Tutleigh gezien waar ze lint kocht.

Had the milliner put Comer up to this?
Had de hoedenmaker Comer hiertoe aangezet?

I guess that they are seamstresses or milliners.
Ik geloof dat zij naaisters of modistes zijn.

My father was a milliner there.
Mijn vader was daar hoedenmaker.

I was a milliner when I met him.
Ik was een hoedenmaakster toen ik hem ontmoette.

He said he’d had enough of the ‘mad milliner,’ as he’d taken to calling her.
"Hij zei dat hij genoeg had van de ""gekke hoedenmaakster',' zoals hij haar was gaan noemen."

It was addressed to a Bond Street milliner, and on the back flap was scribbled: Send the blue toque also.
Hij was geadresseerd aan een modiste in Bond Street en achterop stond gekrabbeld: Stuur ook de blauwe toque.

For the human wardrobe, the tailor, seamstress and milliner select fabrics of many kinds and colors.
Ten behoeve van de menselijke garderobe kunnen kleermaker, naaister en hoedenmaakster kiezen uit verschillende soorten en kleuren stof.

A new milliner from Dublin had opened a small atelier on the main street.
Een hoedenmaakster uit Dublin had in de hoofdstraat een klein atelier geopend.

“Lovely shops there—dressmakers, milliners, and the like.
‘Prachtige winkels zijn daar – kleermakers, modeontwerpsters en dergelijke.

“At once, milady, but I don’t know where the milliner shop is.”
‘Ik ben al weg, vrouwe, ik weet alleen niet waar de hoedenmaakster zit.’

Betheda had been an air hostess, a milliner and the owner of a restaurant
Betheda was stewardess geweest, modiste en restauranthoudster

But one of the milliner’s assistants had a baby and I’ve been meaning to make her something.
Maar een van de assistentes van de hoedenmaker heeft net een baby gekregen en ik wilde haar iets brengen.

Nana’s collection of hats for special occasions would be the envy of any milliner.
Nana’s verzameling hoeden voor speciale gelegenheden zou iedere hoedenverkoper jaloers maken.

Women worked, they knew, as milliners and typewriters, housekeepers and skivvies.
Vrouwen werkten, wisten ze, als hoedenmaakster of typiste, huishoudster of dienstmeisje.

'John Milliner was not just a Professor of Medicine at the University, he was also Chief Librarian.
‘John Milliner was niet alleen professor in de medicijnen aan de universiteit, maar ook hoofdbibliothecaris.

Jane Cardiff, a woman of the demimonde, lived above a neat milliner’s shop.
Jane Cardiff, een vrouw die tot de demimonde behoorde, woonde boven een keurige hoedenwinkel.

The greatest dressmakers and milliners are men . . .
De beste kleermakers en hoedenmakers zijn mannen . . .

So think of going back to England with the slate wiped clean, of becoming a milliner and achieving your dream.’
Dus ga terug naar Engeland met een schone lei en maak je droom van een hoedenwinkel waar.’

For a woman and her milliner that is.
Voor een vrouw en haar hoedenmaakster, tenminste.

I was also informed that Nathaniel Milliner should henceforth be left equally unmolested.'""
Ook kreeg ik te horen dat Nathaniel Milliner niet langer mocht worden lastiggevallen.’”

In 1768 he was accused of abduction and rape by Sarah Woodcock, a noted beauty who kept a milliner's shop at Tower Hill.
In 1768 werd hij beschuldigd van ontvoering en verkrachting door Sarah Woodcock, een bekende schoonheid die een modiste (hoedenzaak) bij Tower Hill hield.