mosque-goer oor Nederlands

mosque-goer

naamwoord

One who (regularly) attends a mosque; a practicing Muslim.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

moskeeganger

naamwoord manlike

one who (regularly) attends a mosque

voorbeelde

The majority of the mosque-goers couldn’t read the Koran, much less understand it.
Zijn publiek genoot van zijn interpretaties; de meeste mos-keegangers konden de Koran niet lezen, laat staan begrijpen.

In the Muslim community, 38 percent are regular mosque-goers.
Van de moslims gaat 38 procent regelmatig naar de moskee.

[There are] layers of the autochtonal [population] who see immigrants, including the asylum seeker and the mosque-goer, but the anonymous multinational and the Brussels bureaucrat as well, as dangers that threaten uniqueness.
Met immigranten, en ook met die lagen van de autochtone bevolking die niet alleen de asielzoeker en de moskeeganger, maar net zo goed de anonieme multinational en de Brusselse bureaucraat zien als gevaren die de eigenheid bedreigen. [...]

This man has one whole website rigged (probably) at the expense of the AIVD and there are always some naïve Wahabist mosque-goers who do not realize that it is all a CIA / AIVD / Mossad game.
Deze man heeft een hele website opgetuigd (waarschijnlijk) op kosten van de AIVD en er zijn altijd wel wat naïeve Wahabistische moskeegangers die niet doorhebben dat het allemaal een CIA/AIVD/Mossad spelletje is.