pass oneself off oor Nederlands

pass oneself off

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

aanleggen

werkwoord

aanmaken

werkwoord

bedrijven

verb noun

bouwen · construeren · doen · fitten · installeren · leggen · maken · plaatsen · poseren · situeren · stationeren · steken · stellen · stoppen · uitbrengen · uitrichten · uitvoeren · zetten · zitten

voorbeelde

To pass oneself off for an astrologer would certainly not be a good cover for an assassin.
Je uitgeven voor astroloog is zeker geen goede dekking voor een huurmoordenaar.

Why pass oneself off for the village blacksmith?
Waarom zou iemand een eenvoudige smid willen imiteren?

To the professional soldier, passing oneself off as the enemy was an act of cowardice.
Voor de beroepsmilitair was het zich uitgeven voor de vijand een laffe daad.

abandon; abdicate; be going to; be killed; be killed in action; break up; depart; depart from; depart this earth; depart this life; die; fall; fetch back; go; go away; leave; move; pass; pass away; perish; pull back; resign; resign from; retire; retrieve; run; sail away; sail off; secede from; set sail; succumb; take off; walk; walk away; withdraw prendre begin; commence; set in motion; set up; start; start to; strike up; take off; take on; take upon oneself; undertake
aanbreken; afreizen; afsteken; aftreden; afvaren; beginnen; bezwijken; doodgaan; een begin nemen; gaan; heengaan; inslapen; lopend weggaan; omkomen; opbreken; opstappen; overlijden; smeren; sneuvelen; sterven; terugtrekken; uittreden; uitzeilen; vallen; verdwijnen; verlaten; vertrekken; verwijderen; weggaan; weglopen; wegreizen; wegtrekken; wegvallen; wegvaren; zich begeven prendre aanvangen; beginnen; starten; van start gaan