shite oor Nederlands

shite

/ʃaɪt/ adjektief, werkwoord, naamwoord, tussenwerpsel

(vulgar) Shit, trash, rubbish.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

stront

naamwoord

schijt

naamwoord onsydig

kak

naamwoord

poep

naamwoord

voorbeelde

‘If we lose him, we're up shite creek without a snorkel ...’ She scowled.
‘Als we hem kwijtraken zitten we diep in de stront, zonder snorkel...’ Ze trok een grimas.

‘It wasn’t—’ ‘I’LL BLOW YOUR HEAD OFF, YOU PIECE OF SHITE!’
‘Het was niet...’ ‘ik schiet je kop eraf, stuk stront!’

Their happy hour isn't complete shite like this fine establishment!
Daar is happy hour niet klote, zoals in deze fijn horecagelegenheid.

Their computers are shite.
Hun computers zijn waardeloos.

“And who the fuck’s this little shite?”
‘En wie is deze kleine flapdrol?’

Away and shite!
Oprotten.

There was nothing like guilt piled on top of guilt to make you feel like complete and utter shite.
Er ging niets boven schuldgevoel dat op schuldgevoel werd gestapeld om je echt volkomen klote te laten voelen.

Blah, blah, pish and shite.
Blabla. Allemaal gelul.

Not looking at Parka Jacket kicking the living shite out of the young man on the grass.
Niet kijken naar Parka die de jongeman op het gras verrot schopte.

Sandy Moir-Farquharson: the nasty little shite who’d defended Angus Robertson, the Mastrick Monster.
Sandy Moir-Farquharson: de walgelijke adder die Angus Robertson, alias het Monster van Mastrick, had verdedigd.

But these crocheted pieces are far from shite.
Maar deze gehaakte spulletjes zijn bepaald geen schijtzooi.

Grotto, you mangy shite.
Grotto, suffe zeikerd.

‘It’s — all over — the papers — but — but this lot — they — wouldn’t — tell me shite.’
‘Het... staat... in alle... kranten... maar... maar dit stelletje... Ze... wilden... me niets vertellen.’

“That’s the biggest load of shite I’ve ever had shoveled, Gatekeeper.
‘Dat is het grootste gelul dat ik ooit heb moeten aanhoren, Poortwachter.

And if he'd said no it could've been a shite sight worse.
Als hij nee had gezegd, was het nog erger geweest.

Fuck off, you shite.
Hou je kop, klootzak.

I think he needs a good swipe of shite.
Ik denk dat hij eens goed in de stront moet zakken.

‘Presumably for all the shite he’s put Scholes through – including perjuring himself.’
‘Vermoedelijk vanwege al het gelazer waarmee hij Scholes heeft opgezadeld, waaronder meineed.’

There’s only one piece of shite in here and I’m looking at it!’
Er is hier maar één stuk stront en dat staat recht tegenover mij!'

Always shite at arithmetic at school, you know?
Altijd slecht in rekenen op school, weet je wel?

This is shite!
Dit is waardeloos.

“I doubt Roric would care to hear you dismiss his grave concerns as shite.
‘Ik betwijfel of Roric het prettig zal vinden om te horen dat u zijn ernstige bezorgdheid afdoet als rottigheid.

“Róisín didn’t even wait for me to blubber some shite excuse.
‘Rosie wachtte niet tot ik grienend met een of ander belachelijk excuus zou komen.

Just knock the shite out of him, sir
Sla de shit uit hem, Sir

'When you're off it, you worry about all sorts of shite.
Als je afkickt, moet je je opeens over allerlei andere dingen zorgen maken.