to get angry oor Nederlands

to get angry

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

boos worden

werkwoord

In France, to “get mustard up your nose” means to get angry.
Wanneer u in Frankrijk „mosterd in uw neus krijgt”, betekent het dat u boos wordt.

voorbeelde

You don’t need to get angry to feel that you’re alive?’
Jij hoeft je niet boos te maken om het gevoel te krijgen dat je leeft?’

Irene was finally awake enough to get angry.
Eindelijk was Irene wakker genoeg om boos te worden.

You will only have yourself to get angry at in that case.
Nee, dan zult u boos moeten worden op zichzelf.

As she drove, she tried to isolate why she was so quick to get angry at Jack.
Tijdens het rijden probeerde ze te analyseren waarom ze zo snel boos werd op Jack.

Jack wouldn’t allow himself to get angry again; the people back there were just doing their jobs, too.
Jack weigerde opnieuw kwaad te worden; de mensen in die auto deden ook gewoon hun werk.

Trying not to get angry.
Dat je probeert om niet boos te worden.

The cops were starting to get angry, the way officers did when they knew something had gone wrong.
De politieagenten begonnen zich zichtbaar te ergeren, zoals altijd als ze wisten dat er iets was misgegaan.

Once they felt they had reason to get angry with her.
Op een keer waren zij van mening dat zij werkelijk kwaad op haar konden zijn.

It’s only right for a female to get angry if her husband smuggles in another wife.
Natuurlijk wordt een echtgenote kwaad wanneer haar man een ander huwelijk binnensmokkelt.

Now Leah is starting to get angry.
Nu begint Leah boos te worden.

She starts to get angry, then puts on a bureaucratic face and checks her computer.
Ze lijkt boos te worden, maar trekt een ambtelijk gezicht en kijkt op haar computerscherm.

‘I didn’t mean to get angry with you.’
‘Ik wilde niet boos op je worden.’

And I gave him enough cause to get angry.
En ik gaf hem reden genoeg om boos te zijn.

It means it's my turn to get angry.
Het betekent dat het mijn beurt is om boos te worden.

“She tends to get angry when she’s terrified.
‘Ze wordt nogal eens boos als ze eigenlijk bang is.

I only seemed to get angry in Lhasa.
Ik leek alleen maar kwaad te worden in Lhasa.

I sighed, not finding the strength to get angry.
Ik zuchtte, maar vond niet de kracht om boos te worden.

“It’s nothing to get angry about, Agnes.
'Je hoeft niet boos te worden, Agnes.

I was too happy to get angry, and I left them on the Boulevard Montparnasse.
Ik was te blij om kwaad te worden, op de boulevard Montparnasse gingen we uit elkaar.

Thorne wasn't so wiped out that he couldn't start to get angry.
Thorne was nog niet zo gevloerd dat hij niet boos kon worden.

Why is she going to get angry with you?
Waarom wordt ze boos op je?

Hey, you don' t have to get angry about it
Hé, je hoeft niet boos te worden

There had to be some emotional attachment: someone or something to get angry about.
Er moest sprake zijn van een emotionele binding iemand of iets om boos op te worden.

I don’t want to get angry at Eden.
Ik wil niet boos zijn op Eden.

No, he was not going to get angry with her, certainly not now.
Nee, hij zou niet kwaad op haar worden, zeker nu niet.