Frimaire oor Nederlands

Frimaire

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

Frimaire

frimaire

naamwoord manlike

Le troisième mois du calendrier républicain français qui dure à peu près du 22 novembre au 21 décembre.

voorbeelde

L'exonération visée à l'article #, #°, du C.I.R. # confirme une règle ancienne de la législation fiscale, qui était déjà inscrite dans la loi du # frimaire an # (# novembre #), et elle résulte de considérations d'intérêt général
De vrijstelling bedoeld in artikel #, #°, van het W.I.B. # bekrachtigt een sedert lang bestaande regel van het belastingrecht, die reeds was neergelegd in de wet van # frimaire jaar # (# november #), en vloeit voort uit beschouwingen van algemeen belang

Vu le décret du # fructidor an # relatif à l'administration des biens rendus aux fabriques par les arrêtés des # thermidor an # et # frimaire an
Gelet op het decreet van # fructidor jaar # betreffende het beheer van de goederen teruggegeven aan de kerkbesturen door de besluiten van # thermidor jaar # en # frimaire jaar

– Pour m’apprendre à mourir. » Le 29 frimaire, Toulon était repris par les armées de la République.
Op 29 frimaire valt Toulon voor de Republikeinse troepen.