Le Grand Voyage oor Nederlands

Le Grand Voyage

Le Grand Voyage (film, 2004)

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

Het dal der beloften

Le Grand Voyage (Auel)

voorbeelde

Elle a dit qu'elle allait faire le grand voyage sur la via ferrata.
Ze zei dat ze ook de grote reis gaat maken, op de via ferrata.

Le grand voyage de ses eaux débute très loin, au cœur de la Russie, dans les forêts centrales.
De Wolga begint haar lange reis ver weg in de bossen van Centraal-Rusland.

Sans relâche, je continuai les préparatifs pour le grand voyage.
Intussen ging ik onverminderd met mijn voorbereidingen voor de reis door.

Pas de doute : il est en route pour le Grand Voyage.
Geen twijfel mogelijk: hij is bezig met de Grote Reis.

Non, il n’avait jamais entrepris le grand voyage, bien qu’il ne soit pas disposé à le lui avouer.
Nee, hij had de grote tocht nooit zelf ondernomen, maar hij was niet van plan haar dat te vertellen.

Prêt pour le grand voyage?
Ik breng je onder narcose.

Alors adieu le grand voyage en Alaska.
En dan kan je je grote zeiltocht naar Alaska wel vergeten.

Une femme ecrivait qu'elle allait sauter pour le grand voyage.
Een vrouw schreef dat ze ging springen voor de grote reis.

Ce furent l’eau et la végétation terrestres qui les décidèrent finalement à faire le grand voyage.
Gebrek aan water en planten dwong hen daarom ten slotte om de grote reis naar de aarde te ondernemen.

Et de 3 cercles montrant la voie pour le grand voyage.
En over drie cirkels die de weg tonen voor de reis.

Je suis prêt...... prêt pour le grand voyage
ik ben klaar klaar voor de grote rit

Cela le soutient dans la guérison, cela l'aide pour le Grand Voyage.
Dat steunt zijn genezing, dat helpt hem op de grote reis.

Quand ils auront terminé ici, le grand voyage pourra commencer.
Als ze hier klaar zijn kan de grote reis beginnen.

Ainsi débuta le grand voyage vers le Nord.
Zo begon haar tocht naar het Noorden.

Il faut que je commence à retrouver la forme avant le grand voyage.
Ik moet zorgen dat ik goed in vorm ben voor de grote reis.’

Il a fait le grand voyage.
Hij heeft de reis genomen.

Harry est parti pour le grand voyage.
Harry is naar het hiernamaals.

Prêts à jouer pour le grand voyage?
Klaar om te spelen om de grote prijs?

Et si tu n'as rien d'autre à dire, Eh bien - bon pour le grand voyage!
Als je niets meer te zeggen hebt neem ik nu afscheid van je.

Tu vas partir pour le grand voyage, tu sais ?
Je gaat een reis maken, weet je dat?

Alors, vous êtes prêts pour le grand voyage?
Nou, mensen, klaar voor de reis?

Oh, il est prêt pour le grand voyage, Commandant.
Ze is klaar voor alles, schipper.

Ils rencontraient de temps à autre des pèlerins qui partaient ou revenaient, effectuant le grand voyage à pied.
Soms kwamen ze pelgrims tegen op de heen- of de terugweg, die de grote reis te voet volbrachten.

Frauke doit partir pour le grand voyage dans un feu rugissant.
Frauke moet met een laaiend vuur op reis gaan.

Finalement, alors que l’été finissait, j’ai décidé de faire seul le grand Voyage.
Tenslotte besloot ik, tegen het eind van de zomer, alleen te gaan.