bondrée apivore oor Nederlands

bondrée apivore

vroulike

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

wespendief

Bondrée apivore

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

Wespendief

voorbeelde

Bondrée apivore
Wespendief

Bondrée apivore (*1)
Wespendief (*1)

Pernis apivorus (II) || || || Bondrée apivore
Pernis apivorus (II) || || || Wespendief

Il en résulte qu’il y a lieu de considérer notamment l’utilisation par la bondrée apivore, le lagopède des Alpes et le pic noir.
29) Daaruit blijkt dat met name het gebruik door de wespendief, het alpensneeuwhoen en de zwarte specht in aanmerking moet worden genomen.

Ceci pourrait constituer une menace directe pour la survie du gorgebleue, du martin-pêcheur, de la bondrée apivore, de la grenouille taureau et du plantain d'eau commun.
Die opzet zou een directe bedreiging kunnen vormen voor het voortbestaan van onder andere blauwborst, ijsvogel, wespendief, heikikker en drijvende waterweegbree.

Des informations sont en outre régulièrement publiées, indiquant que des oiseaux menacés, strictement protégés par la législation de l'UE, tels que le balbuzard pêcheur et la bondrée apivore, ont été abattus.
Er zijn ook regelmatig berichten over het doden van bedreigde vogelsoorten die door de Europese wet uitdrukkelijk beschermd worden, zoals de visarend en wespendief.

Pour les trois IBA restantes, qui ne sont pas du tout couvertes par des ZPS, l’IBA 98 ne mentionne ni le grand butor ni l’aigle de Bonelli ou la bondrée apivore.
71) Voor de resterende 3 IBA’s die geheel niet door SBZ’s worden bestreken, noemt IBA 98 niet de roerdomp, de havikarend of de wespendief.

Ce formulaire désigne comme espèces de l’annexe I l’aigle royal, le faucon pèlerin, la bondrée apivore, la gélinotte des bois, le lagopède des Alpes, le tétras-lyre, le grand tétras et le pic noir.
Daarin worden als soorten van bijlage I genoemd de steenarend, de slechtvalk, de wespendief, het hazelhoen, het alpensneeuwhoen, het korhoen, het auerhoen en de zwarte specht.

Le grand butor, le busard cendré, l’aigle de Bonelli, le grand tétras, l’outarde canepetière, la bondrée apivore (pernis apivorus) et la sous‐espèce ibérique de la perdrix grise (perdix perdix hispaniensis) ne seraient ainsi qu’insuffisamment protégés.
De roerdomp, de grauwe kiekendief, de havikarend, het auerhoen, de kleine trap, de wespendief (Pernis apivorus) en de Iberische ondersoort van de patrijs (Perdix perdix hispaniensis) worden daarom onvoldoende beschermd.

Parmi les diverses espèces mentionnées à l’annexe I de la directive « oiseaux » figurent le pic à dos blanc, le pic tridactyle, la chouette chevêchette, la chouette de Tengmalm, la bondrée apivore (Pernis apivorus), le gobemouche nain (Ficedula parva) et le gobemouche à collier (Ficedula albicollis).
Onder de verschillende in bijlage I van de richtlijn genoemde soorten bevinden zich de witrugspecht, de drieteenspecht, de dwerguil, de ruigpootuil, de wespendief (Pernis apivorus), de kleine vliegenvanger (Ficedula parva) en de withalsvliegenvanger (Ficedula albicollis).

Le maintien dans un état de conservation favorable des habitats du site Natura 2000 Puszcza Białowieska concernerait, conformément à l’article 4, paragraphe 1, de la directive « oiseaux », notamment, les espèces suivantes : la bondrée apivore,le pic à dos blanc, le pic tridactyle, la chouette chevêchette, la chouette de Tengmalm, le gobemouche nain et le gobemouche à collier.
Het behoud van de habitats van het Natura 2000-gebied Puszcza Białowieska in een gunstige staat van instandhouding geldt volgens artikel 4, lid 1, van de vogelrichtlijn met name voor de volgende soorten: de wespendief, de witrugspecht, de drieteenspecht, de dwerguil, de ruigpootuil, de kleine vliegenvanger en de withalsvliegenvanger.

– exclusion des opérations de gestion forestière dans tous les peuplements d’une espèce composés pour au moins 10 % de spécimens centenaires dans l’habitat 9170 (chênaies-charmaies subcontinentales), dans les habitats de la bondrée apivore, du pic à dos blanc, du pic tridactyle, du gobemouche nain et du gobemouche à collier, du bupreste splendide et du cucujus vermillon, du Boros Schneideri et du scarabée pique-prune (Osmoderma eremita) ;
– uitsluiting van bosbeheeractiviteiten in alle populaties van een soort die bestaat uit ten minste 10 % honderdjarige exemplaren in habitat 9170 (subcontinentale eiken-haagbeukbossen), in de habitats van de wespendief, de witrugspecht, de drieteenspecht, de kleine vliegenvanger en de withalsvliegenvanger, de Buprestis splendens en de Cucujus cinnaberinus, van de Boros schneideri en de juchtleerkever (Osmoderma eremita);

La mort massive de vautours fauves à la suite de collisions avec les aérogénérateurs, ainsi que de chouettes, de milans noirs, de bondrées apivores, de faucons crécerelles, de corneilles, de merles de roche, de circaètes Jean-le-Blanc, d'aigles bottés, de hérons cendrés, de martins-pêcheurs, de martinets noirs, de huppes, d'alouettes des champs, de grives, de fauvettes, de chauve-souris, etc., a été officiellement reconnue.
De massale sterfte onder vale gieren, als gevolg van botsingen tegen de windturbines, wordt officieel erkend, evenals de sterfte onder bosuilen, zwarte wouwen, wespendieven, torenvalken, raven, rode rotslijsters, slangenarenden, dwergarenden, blauwe reigers, ijsvogels, gierzwaluwen, hoppen, veldleeuweriken, lijsters, grasmussen, vleermuizen, enzovoort.

Le site est un des plus importants du pays à l'échelle de l'Union européenne pour 12 espèces d'oiseaux, car il héberge d'importantes populations en âge de se reproduire de percnoptères d'Égypte (Neophron percnopterus), d'aigles royaux (Aquila chrysaetos), d'aigles impériaux, de bondrées apivores (Pernis apivorus), de circaètes Jean-le-Blanc (Circaetos gallicus), de faucons pèlerins (Falco peregrinus), de faucons crécerellettes, de gélinottes des bois, de grands tétras, d'hiboux grand-duc (Bubo bubo), d'engoulevents d'Europe (Caprimulgus europaeus) et de pics à dos blanc.
Het gebied behoort tot de belangrijkste in de Europese Unie voor een complex van 12 vogelsoorten, omdat het aanzienlijke broedpopulaties van die soorten herbergt: de aasgier (Neophron percnopterus), steenarend (Aquila chrysaetos), keizerarend, wespendief (Pernis apivorus), slangenarend (Circaetus gallicus), slechtvalk (Falco peregrinus), kleine torenvalk, hazelhoen, auerhoen, oehoe (Bubo bubo), nachtzwaluw (Caprimulgus europaeus) en witrugspecht.

Selon le formulaire standard des données de novembre 1998 transmis par la République italienne, cette zone abrite différentes espèces d’oiseaux mentionnées à l’annexe I de la directive oiseaux – l’aigle royal (Aquila chrysaetus), le faucon pèlerin (Falco peregrinus), la bondrée apivore (Pernis apivorus), la gélinotte des bois (Bonasia bonasia), le lagopède des Alpes (Lagopus mutus helvetica), le tétras-lyre (Tetrao tetrix), le grand tétras (Tetrao urogallus) et le pic noir (Dryocopus martius) – ainsi que les oiseaux migrateurs que sont l’épervier (Accipiter nisus), la buse variable (Buteo buteo) et le tichodrome échelette (Tichodroma muraria).
Volgens het door Italië verstrekte standaardgegevensformulier van november 1998 herbergt deze zone diverse vogelsoorten van bijlage I bij de vogelrichtlijn – de steenarend (Aquila chrysaetos), de slechtvalk (Falco peregrinus), de wespendief (Pernis apivorus), het hazelhoen (Bonasia bonasia), het alpensneeuwhoen (Lagopus mutus helvetica), het korhoen (Tetrao tetrix), het auerhoen (Tetrao urogallus) en de zwarte specht (Dryocopus martius) – alsook de trekvogels sperwer (Accipiter nisus), buizerd (Buteo buteo) en rotskruiper (Tichodroma muraria).

16 Selon un formulaire de données établi par la République italienne en 1998, conformément à la décision 97/266/CE de la Commission, du 18 décembre 1996, concernant le formulaire d’information d’un site proposé comme site Natura 2000 (JO L 107, p. 1), le parc abrite de nombreuses espèces d’oiseaux protégées en vertu de l’annexe I de la directive 79/409 – l’aigle royal (Aquila chrysaetos), le faucon pèlerin (Falco peregrinus), la bondrée apivore (Pernis apivorus), la gélinotte des bois (Bonasa bonasia), le lagopède des Alpes (Lagopus mutus helveticus), le tétras-lyre (Tetrao tetrix), le grand tétras (Tetrao urogallus) et le pic noir (Dryocopus martius) – ainsi que trois espèces d’oiseaux migrateurs – l’épervier (Accipiter nisus), la buse variable (Buteo buteo) et le tichodrome échelette (Tichodroma muraria).
16 Volgens een gegevensformulier dat de Italiaanse Republiek in 1998 heeft opgesteld overeenkomstig beschikking 97/266/EG van de Commissie van 18 december 1996 betreffende het informatieformulier voor als Natura 2000-gebied voorgestelde gebieden (PB L 107, blz. 1), komen in het park talrijke krachtens bijlage I bij richtlijn 79/409 beschermde vogelsoorten voor – de steenarend (Aquila chrysaetos), de slechtvalk (Falco peregrinus), de wespendief (Pernis apivorus), het hazelhoen (Bonasa bonasia), het alpensneeuwhoen (Lagopus mutus helveticus), het korhoen (Tetrao tetrix), het auerhoen (Tetrao urogallus) en de zwarte specht (Dryocopus martius) – alsmede drie trekvogelsoorten – de sperwer (Accipiter nisus), de buizerd (Buteo buteo) en de rotskruiper (Tichodroma muraria).