ciboule oor Nederlands

ciboule

naamwoord vroulike

Ognon du genre Allium auquel il manque un bulbe complètement développé.

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

stengelui

naamwoord manlike

Oignons de printemps (ciboule et variétés similaires)
Bosuien (Stengelui en dergelijke)

ui

naamwoord manlike

sjalot

Ognon du genre Allium auquel il manque un bulbe complètement développé.

Een ui van het geslacht Allium, die geen volledig ontwikkelde bol bezit.

Ciboule

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

Stengelui

voorbeelde

Oignons de printemps/Oignons verts et ciboules
Bosuien/groene uien en stengeluien

Oignons de printemps/oignons verts et ciboules
Bosuien/groene uien en stengeluien

Oignons de printemps (Ciboule et variétés similaires)
Bosuien (Stengelui en dergelijke)

Oignons de printemps et ciboules (autres oignons verts et variétés similaires)
Bosuien en stengeluien (andere groene uien en soortgelijke soorten)

Oignons de printemps et ciboules (Autres oignons verts et variétés similaires)
Bosuien en welsh uien (Andere groene uien en soortgelijke soorten)

Les kobolds, Ciboule et Navet, étaient un bon choix, mais Abernathy doutait de leur jugement.
De kobolds, Bunion en Parsnip, waren een goede keus, maar hun oordeel in deze kwesties was twijfelachtig.

Bulbes à maturité après enlèvement des pelures facilement détachables et de la terre (à l’exception des oignons de printemps/oignons verts et des ciboules)
Rijpe bollen na verwijdering van gemakkelijk loslatende schil en aarde (behalve voor bosuien/groene uien en stengeluien)

Ciboule
Stengelui

Oignons de printemps et ciboules (autres oignons verts et variétés similaires)
Bosuien en stengeluien (Andere groene uien en soortgelijke soorten)