guifette noire oor Nederlands

guifette noire

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

zwarte stern

Guifette noire

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

Zwarte stern

voorbeelde

Guifette noire
Duinpieper

Guifette noire Chlidonias niger
Chlidonias niger

Le timbre-poste ordinaire, à la valeur de # euro, représentant un oiseau, la Guifette Noire, sera imprimé en polychromie par le procédé de l'héliogravure
De gewone postzegel, ter waarde van # euro, met de afbeelding van een vogel, de Zwarte Stern, zal gedrukt worden in polychromie door middel van het rasterdiepdrukprocédé

Elle lui reconnaît même un intérêt particulier pour la guifette noire (chelonidas niger) et le fuligule milouinin (aythya marila), protégés par la directive 79/409/CEE ((JO L 103 du 25.4.1979, p.
Zij acht het zelfs van bijzonder groot belang voor de zwarte stern (Chelidonias niger) en de toppereend (Aythya marila), die door de richtlijn 79/409/EEG ((PB L 103 van 25.4.1979, blz.

La Frankfurter Allgemeine Zeitung fait observer que, si de nombreux lacs, cours d’eau et marécages du pays ont été déclarés zones protégées, ces mesures sont insuffisantes pour des espèces comme la guifette noire, le butor blongios et le pygargue à queue blanche.
De Frankfurter Allgemeine Zeitung bericht dat veel meren, rivierlopen en drassige gebieden in Duitsland weliswaar tot beschermd gebied zijn verklaard, maar dat deze maatregelen niet volstaan om soorten als de zwarte stern, het woudaapje en de Europese zeearend te helpen.

En ce qui concerne les deux espèces mentionnées (chlidonias niger - guifette noire - et aythya marila - fuligule milouinin), la Commission a vérifié, en s'aidant de l'importante source que représente l'»Atlas van de Nederlandse vogels», que le fuligule est présent dans la région de l'IJsselmeer essentiellement en période d'hivernage et que les deux espèces utilisent comme aire d'alimentation de larges zones situées dans pratiquement toute la région.
Wat betreft de twee genoemde vogelsoorten, Chelidonias niger (zwarte stern) en Aythya marila (toppereend), heeft de Commissie met behulp van de atlas van de Nederlandse vogels als belangrijkste bron vastgesteld dat de toppereend voornamelijk een overwinteraar in het IJsselmeergebied is en dat zowel de zwarte stern als de toppereend gebruik maakt van grote delen van praktisch het gehele IJsselmeer als fourageergebied.

Les autres espèces non nicheuses de l'annexe # du Décret sur la conservation de la nature sont le plongeon catmarin Gavia stellata, le plongeon arctique Gavia arctica, le grèbe esclavon Podiceps auritus, l'aigrette garzette Egretta garzetta, la spatule blanche, la harle piette Platalea leucorodia, le faucon émerillon Falco columbarius, le faucon pèlerin Falco peregrinus, le chevalier combattant Philomachus pugnax, la barge rousse Limosa lapponica, le chevalier solitaire Tringa glareola, la guifette noire Chlidonias niger, et le hibou des marais Asio flammeus
Andere niet-broedende soorten van de bijlage # van het Decreet Natuurbehoud zijn Roodkeelduiker Gavia stellata, Parelduiker Gavia arctica, Kuifduiker Podiceps auritus, Kleine Zilverreiger Egretta garzetta, Lepelaar Platalea leucorodia, Nonnetje Mergellus albellus, Smelleken Falco columbarius, Slechtvalk Falco peregrinus, Kemphaan Philomachus pugnax, Rosse Grutto Limosa lapponica, Bosruiter Tringa glareola, Zwarte Stern Chlidonias niger en Velduil Asio flammeus