Reuzentak oor Engels

Reuzentak

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

asymptotic giant branch

naamwoord

stars powered by fusion of hydrogen and helium in shell with an inactive core of carbon and oxygen

reuzentak

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

asymptotic giant branch

naamwoord

voorbeelde

De term rode reuzentak werd voor het eerst algemeen gebruikt tijdens de jaren 40 en 50 van 20e eeuw, in eerste instantie als een algemene term refererend aan het gedeelte van het HR van rode reuzen.
The term red-giant branch came into use during the 1940s and 1950s, although initially just as a general term to refer to the red-giant region of the Hertzsprung–Russell diagram.

De eerste overgang naar de rode reuzentak verloopt erg vlot, terwijl de tijd op de horizontale tak stukken langer kan zijn.
Evolution towards the red-giant branch for the first time is very rapid, whereas stars can spend much longer on the horizontal branch.

De koolstof in de klassieke koolstofsterren, die behoren tot de moderne (zie beneden) spectraalklassen C-R en C-N, is afkomstig van heliumverbranding, met name het triple-alfaproces binnen de reuzensterren aan het eind van hun leven in de asymptotische reuzentak.
In the classical carbon stars, those belonging to the modern spectral types C-R and C-N, the abundance of carbon is thought to be a product of helium fusion, specifically the triple-alpha process within a star, which giants reach near the end of their lives in the asymptotic giant branch (AGB).

De ster wordt een rode reus en volgt de rode reuzentak naar een gedeelte rechtsboven in het HR-diagram.
The star becomes a red giant, following a track towards the upper-right hand corner of the HR diagram.

Wanneer een HR wordt gemaakt voor een verzameling sterren met dezelfde leeftijd, zoals een sterrenhoop, kan de subreuzentak zichtbaar zijn als een band van sterren tussen het punt van het verlaten van de hoofdreeks en de rode reuzentak.
When an H-R diagram is plotted for a group of stars which all have the same age, such as a cluster, the subgiant branch may be visible as a band of stars between the main sequence turnoff point and the red giant branch.

Rode reuzentak sterren hebben een inerte kern van helium, omringd door een laag fuserend waterstof, waar de CNO-cyclus in plaatsvindt.
Red-giant-branch stars have an inert helium core surrounded by a shell of hydrogen fusing via the CNO cycle.

Kernfusie in de waterstofschil en het daaropvolgende kernfusie van helium starten snel nadat het waterstof in de kern op is, voordat de ster de rode reuzentak kan bereiken.
Hydrogen shell fusion and subsequent core helium fusion begin quickly following core hydrogen exhaustion, before the star could reach the red giant branch.

Sterren met een massa tussen de 8 en 12 M☉ hebben enigszins tussenliggende eigenschappen en worden ook wel super-asymptotische reuzentak sterren genoemd.
Stars in the 8-12 M☉ range have somewhat intermediate properties and have been called super-AGB stars.

In 1968 werd de term asymptotische reuzentak gebruikt voor een tak van sterren die wat meer lichtkracht bezaten dan het overgrote deel van rode reuzen en de meer instabiele, veranderlijke sterren met grote amplituden, zoals Mira.
In 1968, the name asymptotic giant branch (AGB) was used for a branch of stars somewhat more luminous than the bulk of red giants and more unstable, often large-amplitude variable stars such as Mira.

De ster verandert nu naar een nieuw hydrostatisch evenwicht, en haar positie in de sterevolutie verplaatst zich van de rode reuzentak naar de horizontale tak op het Hertzsprung-Ruselldiagram.
The star now changes to a new equilibrium state, and its evolutionary path switches from the red giant branch (RGB) onto the horizontal branch of the Hertzsprung–Russell diagram.

Tijdens een observatie zal een ster op de asymptotische reuzentak eruit zien als een rode reus met een lichtkracht duizenden malen die van de zon.
Observationally, an asymptotic-giant-branch star will appear as a bright red giant with a luminosity ranging up to thousands of times greater than the Sun.

Sterren met een initiële massa tussen de 1 en 2 M☉ kunnen een ontaarde heliumkern ontwikkelen voor dit punt, waardoor de ster op de rode reuzentak zal starten zoals sterren met een lagere massa dit doen.
Stars with an initial mass approximately 1-2 M☉ can develop a degenerate helium core before this point and that will cause the star to enter the red giant branch as for lower mass stars.

Gele reuzen kunnen sterren met een middelmatige massa zijn die voor het eerst evolueren naar de rode reuzentak, of verder geëvolueerde sterren op de horizontale tak.
Yellow giants may be moderate-mass stars evolving for the first time towards the red-giant branch, or they may be more evolved stars on the horizontal branch.

Met de detectie van planeten bij de rode reuzentak via transitie is nog een ander probleem: alhoewel een transitie veel waarschijnlijker waarneembaar wordt vanwege de grote omvang van deze sterren, zijn de transitie signalen moeilijker te onderscheiden van de moederster haar lichtkromme omdat rode reuzen regelmatig variaties vertonen in lichtkracht, met perioden van uren tot dagen.
Red giant branch stars have another issue for detecting planets around them: while planets around these stars are much more likely to transit due to the larger star size, these transit signals are hard to separate from the main star's brightness light curve as red giants have frequent pulsations in brightness with a period of a few hours to days.

Theorieën om het bestaan van deze sterren te verklaren zijn onder meer binaire systeem interacties en 'verlate thermische pulsen', waarbij een thermische puls, die asymptotische reuzentak sterren regelmatig vertonen, plaatsvindt nadat de kernfusie is uitgedoofd en de ster zich in een fase van extreme sterrenwind bevindt.
Theories to explain these stars include binary interactions, and "late thermal pulses", where a thermal pulse that Asymptotic giant branch (AGB) stars experience regularly, occurs after fusion has ceased and the star has entered the superwind phase.

De waterstofschil, waarin de temperatuurgevoelige CNO-cyclus plaatsvindt, krijgt hierdoor een flinke toename in energieproductie en op dit punt is de ster aan de voet van de rode reuzentak fase beland.
The hydrogen shell, fusing via the temperature-sensitive CNO cycle, greatly increases its rate of energy production and the stars is considered to be at the foot of the red-giant branch.

Biggles trok zich terug en vond een uitstekende schuilplaats tussen de reuzentakken van een boomvaren.
Biggles drew back and found a perfect retreat among the giant fronds of a tree-fern.

Deze sterren zijn, strikt genomen, geen witte dwergen, maar deze sterren bevinden zich in een positie van het Hertzsprung-Russelldiagram tussen de asymptotische reuzentak(AGB) en het wittedwerggedeelte.
These stars are not, strictly speaking, white dwarfs; rather, they are stars which are in a position on the Hertzsprung-Russell diagram between the asymptotic giant branch and the white dwarf region.

Zulke veranderlijke sterren zaten tussen de meer lichtsterke rode reuzen, dicht tegen het topje van de rode reuzentak aan, maar het werd moeilijk te blijven beweren dat het allemaal om asymptotische sterren zou gaan.
Such variable stars were amongst the more luminous red giants, close to the tip of the RGB, but it was difficult to argue that they were all actually AGB stars.

Sterren met een lagere massa die helium in de kern fuseren, evolueren van rode reuzen op de horizontale tak en dan weer terug naar de asymptotische reuzentak, bij deze sterren hangt het van de massa en het metaalgehalte af of het blauwe reuzen worden.
Lower-mass, core-helium-burning stars evolve from red giants along the horizontal branch and then back again to the asymptotic giant branch, and depending on mass and metallicity they can become blue giants.

De start van kernfusie in de heliumkern in het topje van de rode reuzentak veroorzaakt een substantiële verandering in de structuur van de ster, resulterend in een algehele afname in luminositeit, een krimp in het omhulsel van de ster en zal de oppervlaktetemperatuur doen toenemen.
The onset of core helium fusion at the tip of the red giant branch causes substantial changes in stellar structure, resulting in an overall reduction in luminosity, some contraction of the stellar envelope, and the surface reaching higher temperatures.

Dit punt markeert de start op de rode reuzentak voor deze sterren.
I hope that these hearings are the beginning of a rational national conversation about those solutions.

Het vermoeden bestaat dat sommige sterren na de asymptotische reuzentak een late thermische puls ondergaan en zo bijzondere blauwe reuzen worden.
It is thought that some post-AGB stars experiencing a late thermal pulse can become peculiar blue giants.

In 1967 werd de rode reuzentak beschreven als de eerste reuzentak, om het te onderscheiden van de tweede of asymptotische reuzentak, deze terminologie wordt ook vandaag de dag nog gebruikt.
The red-giant branch was described as the first giant branch in 1967, to distinguish it from the second or asymptotic giant branch, and this terminology is still frequently used today.

De horizontale tak is een fase van sterevolutie die direct volgt op de rode reuzentak, in sterren met een massa vergelijkbaar met die van de zon.
The horizontal branch (HB) is a stage of stellar evolution that immediately follows the red giant branch in stars whose masses are similar to the Sun's.