bankroetier oor Pools

bankroetier

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Pools

bankrut

naamwoord

voorbeelde

Er viel niet aan te twijfelen, de Franse bankroetier had met Italiaanse struikrovers te doen.
Nie było już wątpliwości — francuski bankrut miał do czynienia z bandytami włoskimi.

Hij had alles geregeld, hij zou niet heengaan als een bankroetier, alles in wanorde achterlatende.
Zostawi wszystko w porządku, nie odejdzie jak bankrut, przyprawiony o obłęd rozpaczą.

Camille herinnerde zich wat Annette over Mirabeau had gezegd: een bankroetier, iemand zonder moraal.
Camille przypomina sobie, jak o hrabim Mirabeau wyrażała się Annette: zbiesiony bankrut.

“Een leeghoofd, een bankroetier... zoals zij allemaal trouwens,” antwoordde Szuman.
- Próżniak, bankrut... jak zresztą wszyscy oni - odparł Szuman.

Natuurlijk, dacht hij, beschouwt hij mij als een zonderling of een bankroetier... Des te beter...!
"""Oczywiście - myślał - uważa mnie za bzika albo za bankruta..."

Hij was bankroet, misschien wel de grootste bankroetier in Europa.
Był bankrutem, może największym bankrutem w Europie.