Ritter oor Nederlands

Ritter

/ˈʀɪtɐ/ naamwoord manlike

Recke (umgangssprachlich)

Vertalings in die woordeboek Duits - Nederlands

ridder

naamwoord manlike

Heraldik

heraldisch figuur

Der tapfere Ritter tritt vor und küsst der Dame die Hand.
De dappere ridder stapt naar voren en kust de dame de hand.

paard

naamwoord onsydig

Es geht um jemanden, der sich für einen Ritter hält.
Over een man die denkt dat hij de ridder op het witte paard is.

paard in schaakspel

Ridder · kavalier · reddere · riddere

Soortgelyke frases

Liste der Ritter des Ordens vom Goldenen Vlies
Lijst van Vliesridders

Carl Ritter
Carl Ritter

Liste der Ritter des Hosenbandordens
Lijst van ridders en dames in de Orde van de Kouseband

Der geizige Ritter
De gierige ridder

Armer Ritter
wentelteefje

Die Ritter der Kokosnuß
Monty Python and the Holy Grail

Rostige Ritter
wentelteefje

Ivanhoe – Der schwarze Ritter
Ivanhoe

arme Ritter
wentelteefje

voorbeelde

Kein Ritter könnte je ergebener sein, Edler Oliver.
Geen ridder zou ooit trouwer kunnen zijn, heer Oliver.

Würde sie sich in ihrem Schloss einsperren und auf ihren Ritter McKnight warten, um sie zu befreien?
Zich in haar kasteel verbergen en wachten tot McKnight haar zou komen redden?

Paul Schafer trieb sein Pferd neben den Rotschimmel, auf welchem der große Mann ritt. »Eine geheime Mission?
Paul Schafer stuurde zijn paard naar de ruin toe waarop de forse man reed.

Wie bei den Rittern in Adams Artuslegenden– heroische Selbstlosigkeit.
Zoals de ridders in een van Adams Arthurlegenden, heldhaftig en onbaatzuchtig.

+ 61 Darauf erhob sich Rebẹkka mit ihren Dienerinnen*+, und sie ritten dann auf den Kamelen+ und folgten dem Mann; und der Diener nahm Rebẹkka und machte sich auf den Weg.
+ 61 Daarna stonden Rebe̱kka en haar dienaressen*+ op en zij reden vervolgens op de kamelen+ weg en volgden de man; en de knecht nam Rebe̱kka en begaf zich op weg.

Weder Donnermann noch der geheimnisvolle Ritter der Tiefe sollten ihm vorschreiben können, was er dachte und fühlte.
Donnermann noch de geheimzinnige ridder van de diepte konden voorschrijven wat hij moest denken en voelen.

" In London liegt ein Ritter, den ein Papst begraben? "
'In Londen rust een ridder, begraven door een paus'?

Es waren nicht die Erzengel, die die Ritter abgeschlachtet haben.
Het waren niet de aartsengelen die de Ridders hebben afgeslacht.

Jetzt ritten Jiriki und seine Mutter Likimeya nach vorn und blieben rechts und links von Yizashi stehen.
Nu reden Jiriki en zijn moeder Likimeya naar voren, en bleven aan weerszijden van Yizashi staan.

Der Anonymus beschrieb den Hergang der Schlacht vor allem aus der Perspektive der flämischen Ritter.
De anonieme kroniekschrijver beschrijft het verloop van de slag vooral vanuit het perspectief van de Vlaamse ridders.

Am folgenden Morgen ritt ich gen Osten.
De volgende ochtend reed ik verder naar het oosten.

Geschah das, ritten die Rösser schneller.
Als dat gebeurde, gingen de rossen sneller lopen.

Catelyn gab ihrem Pferd die Sporen, ritt davon und ließ ihren Sohn zurück, damit er über ihre Worte nachdachte.
Catelyn zette haar paard aan en reed weg, zodat haar zoon over haar woorden kon nadenken.

Nachdem er das Zeremonialgewand abgelegt hatte, folgte Barrick den Rittern und Edelleuten zum Tempelausgang.
Nadat hij zijn ceremoniële gewaad had afgelegd volgde Barrick de ridders en edelen de tempel uit.

Sprich jetzt mit ein paar anderen Rittern.
Spreek nu met enkele van de andere ridders.

But cheated in the Fear of God: And when his Debts he would not pay, By Light within he ran away. („Als nah der sand’gen Bucht ich ritt, / ein braver Quäker vor mich tritt: / Es findet solchen frommen Wicht / man sonst in Kapp’ und Stiefeln nicht, / der niemals schwor, noch je hielt Wort. / Doch gottesfürchig jeden foppte: / und wollt’ die Schuld er tilgen nicht, / lief er hinfort mit innig’ Licht.“) Erst nachdem der Handel über die Bühne gegangen ist, merkt der Erzähler, dass er über den Tisch gezogen wurde.
Ofschoon, zoo wel voor mij als u, - wie zal dit kwaad genezen? - een uur bij mij, een uur bij u niet lang een uur mag wezen; ofschoon voor mij, ofschoon voor u, zoo lief en uitgelezen, die rooze, al was ‘t een roos van u, niet lang een roos mocht wezen, toch lang bewaart, dit zeg ik u, ‘t en ware ik ‘t al verloze, mijn hert drie dierbre beelden: u dien avond - en - die rooze!

« »Tapferer Ritter,« antwortete der Narr, nomen illis legio – ihr Name ist Legion!
“Dappere ridder,” hernam de nar, “nomen illis legio, hun naam is legioen.”

Allerdings unterscheidet sich die vorliegende Rechtssache in zwei entscheidenden und untrennbar miteinander verbundenen Aspekten von der Rechtssache Ritter-Coulais und der Rechtssache Lakebrink und Peters-Lakebrink.
De onderhavige zaak verschilt echter zowel van de zaak Ritter‐Coulais als van de zaak Lakebrink en Peters-Lakebrink, op grond van twee opvallende, nauw samenhangende aspecten.

Borric, Erland und ihre Gesellschaft ritten über die große Prachtstraße zum Stadtrand.
Borric, Erland en hun gezelschap reden over de laatste boulevard naar de rand van de stad.

Oh, mein Ritter vom Stahlroß, bringe mich sicher nach Kneippbyn!
O, mijn Ridder van het Stalen Ros, breng mij veilig naar Kneippbyn.’

So kleine Leute zwingt man nicht; die laufen aus Angst recht gern und willig mit.« »Meint Ihr, Herr Ritter?
Zo kleine luiden dwingt men niet, die lopen uit angst heel graag en gewillig mee.’

Viele zweifelten in ihrem Herzen und fragten sich, zu welchem unheilvollen Ende ihr Ritt wohl führte.
Velen twijfelden in hun hart en vroegen zich af naar welk naargeestig einde hun reis zou leiden.

Die Zigarre wirkte. »Aber wenn es Mord ist, Ritter ... so viel Glück können Sie gebrauchen!
"""Maar als het moord is, Ritter ... dan zou je boffen!"

An einem nebligen Morgen, wenige Minuten nach Sonnenaufgang, ritten Orry und Charles auf der Plantage herum.
Op een mistige ochtend, enkele minuten na zonsopgang, maakten Orry en Charles samen een ritje over de plantage.

Da die Tür des Saales offenstand, klang das Jauchzen vernehmlich in die Ohren der Ritter: »Vlaanderen den Leeuw!
"De deur der zaal open zijnde, klonk het gejuich verstaanbaar in de oren der ridders ""Vlaanderen de Leeuw!"