belauschen oor Nederlands

belauschen

Verb

(jemanden) bespitzeln

Vertalings in die woordeboek Duits - Nederlands

afluisteren

werkwoord

ongemerkt luisteren naar de communicatie van anderen

Ich habe es verhext, damit wir reden können, ohne belauscht zu werden.
Ik heb het betoverd, zodat we vrij kunnen spreken zonder afgeluisterd te worden.

bespieden

werkwoord

Hör auf, uns zu belauschen!
Bespied ons niet zo.

beloeren

spieden · bespioneren · spioneren · verspieden · luistervink spelen · beluisteren

Belauschen

Noun

voorbeelde

Angaben von F-Secure zufolge gibt es gegenwärtig 430 verschiedene Arten bösartiger Software für Mobiltelefone, mit denen ein Hacker vollständigen Zugang zu den Mobiltelefonen der Nutzer erhält. Dadurch kann er die Gespräche des arglosen Opfers belauschen, dessen Nachrichten lesen, Ferngespräche und Auslandsgespräche führen, auf dessen Liste der Telefonkontakte und sämtliche Dateien zugreifen und dessen genaue Position über GPS bestimmen, über das heutzutage fast alle neueren Mobiltelefone verfügen.
Uit gegevens van F-secure blijkt dat er tegenwoordig 430 verschillende soorten van kwaadwillige programma's voor mobiele telefoons zijn, waarmee hackers volledige toegang krijgen tot mobiele telefoons van gebruikers, en op die manier gesprekken kunnen afluisteren van niets vermoedende slachtoffers, tekstberichten kunnen lezen, interregionale en internationale gesprekken kunnen voeren, contactenlijsten kunnen zien, toegang krijgen tot alle bestanden en de nauwkeurige positie van gebruikers kunnen achterhalen dankzij het GPS-systeem, dat vandaag in vrijwel alle geavanceerde mobiele telefoons is opgenomen.

Ich habe Briefe, E-Mails und Schilderungen von Personen erhalten, die fürchten, dass Regierungen ihre Telefongespräche belauschen und ihre E-Mails werden lesen können!
Ik heb protestbrieven en e-mails gekregen van mensen die vrezen dat de overheid in staat zal zijn hun telefoongesprekken af te luisteren en hun e-mails te lezen!

Dtui ging mit ihm zur Stadionmauer, wo die Nachbarn sie nicht belauschen konnten.
Dtui voerde hem mee naar de muur van het stadion, waar de buren hen niet konden afluisteren.

"„Wenn ich jetzt zu dem Duplo gehe, werden Sie unser Gespräch belauschen können, Major"", sagte er."
'Als ik nu naar de duplo ga, dan zult u ons gesprek kunnen afluisteren, majoor,' zei hij.

Was hätte Michael denn anderes tun können, als wieder anzufangen, seinen Vater zu belauschen?
Wat kon Michael anders doen dan weer beginnen met zijn vader afluisteren?

Jeder kann euer Handy belauschen.
Iedereen kan je telefoon afluisteren.

Kannst du sie belauschen und mir erzählen, worüber sie redet?
Kun je haar afluisteren en mij vertellen waar het over gaat?

Du solltest andere nicht belauschen.
Je mag niet naar iemand anders zijn gesprek luisteren.

Sie würde es als ihre patriotische Pflicht ansehen, die Botschafterin zu belauschen.
Ik dacht aan Roos, die het vast als haar vaderlandslievende plicht beschouwde om de ambassadeur af te luisteren.

Selbst meine Gebete belauschen sie.
Ze luisteren zelfs mijn gebeden af.

Jemand hielt es für wichtig, seine Unterredung mit Tekener zu belauschen.
Iemand vond het belangrijk zijn gesprek met Tekener af te luisteren.

„Machst du das öfter, Frauen im Bad belauschen?
‘Bespied je altijd vrouwen die in de badkamer zijn?’

Das ist wie das Belauschen von Nervenzellen im Gehirn.
Als het ware de activiteit van de zenuwcellen in het brein afluisteren.

Anschließend haben es Biologen übernommen und benutzen es, um die Meeresfauna zu belauschen.
Biologen hebben het systeem overgenomen en gebruiken het om het oceaanleven mee te beluisteren.

Ich machte meine Arbeit, dann hing ich in der Küche herum und überlegte, ob ich mutig genug war, sie zu belauschen.
Ik deed mijn klusjes, en bleef toen in de keuken zitten overpeinzen of ik dapper genoeg was om hen af te luisteren.

Belauschst du die Worte eines sterbenden Mannes an seine Frau?
Zelfs naar de woorden van een stervende man tegen zijn echtgenote?

Wäre der Hirsch geflohen, hätte ich ihn nicht mehr belauschen können, nicht wahr?
Wanneer het hert gevlucht was, had ik het niet meer kunnen observeren, niet waar?

Ihr werdet mit niemandem darüber reden, nicht einmal miteinander, denn man könnte euch belauschen.
Je mag er met niemand over praten, ook niet met elkaar, want dan hoort iemand je misschien.

Am besten aber ist, dass ich sogar ihr Gespräch belauschen kann, weil ich an ihrem Tisch eine Wanze installiert habe.
Nog beter: ik kan hun gesprek horen, want ik heb afluisterapparatuur geplaatst.

Wenn ich sie belauschen konnte!
Als ik hen eens kon beluisteren!

»In keinem Fall solltest du den Leuten nachlaufen und sie belauschen.
'Je hoort hoe dan ook geen mensen achterna te lopen om ze af te luisteren.

Haben Sie sie belauschen können?
Hebt u haar horen praten?

Und sag ihnen nicht, dass wir sie belauschen.
Niet tegen ze zeggen dat we ze gehoord hebben.

Wir hoffen zudem, dass man uns hier nicht belauschen kann.
Bovendien hopen we dat niemand ons hier kan afluisteren.

Wieder einmal musste Zoe schmerzlich feststellen, dass es gefährlich sein kann, die Eltern zu belauschen.
Zoë stelde weer eens intriest vast dat het erg gevaarlijk kon zijn stiekem naar je ouders te luisteren.