Candy oor Nederlands

Candy

/ˈkændi/ eienaam

A pet form of the female given name Candace or Candice.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

Candy

Candy (1968 film)

Candy (1968)

Jane, how many times have you gone against Candy?
Hoe vaak heb je het opgenomen tegen Candy?

candy

/ˈkændi/ werkwoord, naamwoord

(uncountable, chiefly US) Edible, sweet-tasting confectionery containing sugar, or sometimes artificial sweeteners, and often flavored with fruit, chocolate, nuts, herbs and spices, or artificial flavors.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

snoep

naamwoord manlike

piece of candy

What children! You send them to get candy and they return with a dog!
Wat een kinderen! Je stuurt ze weg om snoepjes, en ze komen terug met een hond!

snoepgoed

naamwoord onsydig

Food item that is rich in sugar.

Okay, there are ogre tracks and a trail of broken candy canes in the snow.
Jullie vinden voetsporen van ogres en een spoor snoepgoed in de sneeuw.

bonbon

naamwoord

She opens the package from her lover, thinking it's candy.
Ze opent het pakje en denkt dat het bonbons zijn.

zoetigheid · kandij · suikergoed · zoet · snoepje · suikerwaar · lolly · lekkernij · versnapering · ulevel · praline · banketbakkerij · konfijten

Soortgelyke frases

foam candy
schuimsnoep

candy store
snoepwinkel

candy sugar
kandijsuiker

candy stick
zuurstok

rock candy
kandij · kandijsuiker

Hard Candy
Hard Candy

Candy Candy
Candy Candy

candy making
maken van snoep

stick candy
snoepstaaf

voorbeelde

She dropped the money in a little candy box by her feet.
Ze liet het geld in een snoeptrommeltje bij haar voeten vallen.

Confectionery, in particular sweetmeats (candy) and chewing gum, not for medical purposes
Suikergoed, met name snoepgoed en niet-medicinale kauwgoms

the entry concerning the additive E 124 used in fodstuffs falling under category 05.2 except candied fruit and vegetables; traditional sugar coated nut- or cocoa-based confectionery of almond shape or host shape, typically longer than 2 cm and typically consumed at celebratory occasions ie: weddings, communion etc. is replaced by the following:
komt de vermelding betreffende het additief E 124, gebruikt in levensmiddelen die onder categorie 05.2 vallen, behalve gekonfijte groenten en vruchten; traditioneel amandel- of hostievormig snoepgoed met een suikerlaag op noten- of cacaobasis, doorgaans langer dan 2 cm en doorgaans geconsumeerd bij feestelijke gelegenheden, zoals bruiloften, communiefeesten enz., als volgt te luiden:

Why are there 48 empty seats out there when the hotel is passing out free tickets like they're Halloween candy?
Waarom zijn er 48 lege plekken, wanneer het hotel gratis kaartjes uitdeelt als snoep voor Halloween?

Candy, containing neither sugar nor cocoa:
Snoepgoed, zonder suiker noch cacao:

‘Maybe not,’ Candy said gently.
‘Misschien niet,’ zei Candy zacht.

They have personalized candy bars?
Zijn er gepersonaliseerde snoeprepen?

You should get some more candy.
Je moet wat meer snoep halen.

And without a second thought she tossed a candy high in the air.
Zonder verder na te denken gooide ze een snoepje hoog in de lucht.

I don't have any candy.
Ik heb geen snoep.

Sugar for medical purposes, candy for medical purposes, sugar containing fibres for medical purposes
Suiker voor medische doeleinden, kandijsuiker voor medische doeleinden, vezelhoudende suiker voor medische doeleinden

Bonser scooped half a dozen pieces into a sack before recording the chocolate and the candy in his book.
Meneer Bonser schepte zes pepermuntjes in een zak en begon de chocolade en de snoepjes in zijn kasboek te noteren.

No more candy, please!
Geen snoep meer.

Thanks for my candy.
Bedank voor mijn snoep.

At the candy aisle, Taylor stared at the rack of Milk Duds and slowly pressed her hand over her abdomen.
Bij het snoepgoed keek Taylor naar een rek met Milk Duds en streek langzaam met een hand over haar buik.

Let’s go to Breach Candy Hospital.
We gaan naar het Breach Candy-ziekenhuis.

We have leftover Halloween candy.
We hebben nog Halloweensnoep.

And dad ate all my candy...
Papa at al het snoep op.

“I didn’t get as many candies as Jared did.”
‘Ik heb minder snoepjes gekregen dan Jared.’

I told Candy that that last quote was from Goethe.
Ik zei tegen Candy dat dat citaat van Goethe was.

Didn’t Shirley Temple go there, and Candy Bergen?”
Shirley Temple zat daar toch ook op school, en Candy Bergen?’

Yes, what if you're actually in an ice cream truck, and outside are candy and flowers and virgins?
Zit jij dan maar in een ijsco-kar, terwijl er buiten snoep ligt.

Each of the children in turn received wrapped candies and two new pencils and a pen from the teacher.
Alle kinderen ontvingen op hun beurt van de juf ingepakt snoep en twee nieuwe potloden en een pen.

That's enough candy perhaps?
Dat is wel weer genoeg snoep, toch?

The only memory I have is playing that board game Candy Land.
Ik herinner me alleen dat ik Candy Land speelde.