dabbler oor Nederlands

dabbler

naamwoord

one who dabbles

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

amateur

naamwoord manlike

But then the occultist dabbler found himself amongst the real thing.
Maar toen bevond de occultische amateur zichzelf in de buurt van een ware.

dilettant

naamwoord

I thought I was a good-for-nothing dabbler.
Ik dacht dat ik een incapabele dilettant was.

knutselaar

I'm only a dabbler.
Ik ben slechts een knutselaar.

voorbeelde

That barbarian nation’s finest adepts were half-baked dabblers compared to the top conjurers of Moss or Tarn.
De beste adepten van het barbaarse rijk waren halfbakken amateurs in vergelijking met de topmagiërs van Moss of Tarn.

"""My father was a dreamer, an artist, a dabbler in sciences and alchemy, a popular idea at the time-"" ""Which time?"""
‘Mijn vader was een dromer, een artiest, een hobbyist in wetenschap en alchemie.

I'm just a dabbler.
Ik ben gewoon amateur

Maggie turned back around and called, “Del, you know a place called Dabbler’s?”
Maggie draaide zich om en riep: ‘Del, ken jij een tent genaamd Dabbler’s?’

Dabblers get killed.
Beginners worden vermoord.

“You ever hear of a bar named Dabbler’s?”
‘Heb je wel eens van een bar genaamd Dabbler’s gehoord?’

But the Bibracte enamels are the work of mere dabblers in the art, compared with the British examples.
Maar het email van Bibracte is niets meer dan het werk van knoeiers op kunstgebied, vergeleken met het Britsche werk.

She is naught but an incompetent dabbler in mysteries she will never comprehend.
Ze stelt niet meer voor dan een onbekwame prutser in mysteriën die ze nooit zal doorgronden.

"""I shouldn't like you to believe me a dabbler in occult sciences."
'Ik zou niet graag willen dat u mij voor een beunhaas in de occulte wetenschap hield.

Owens was a small-time dabbler in mysticism and organic healing.
Owens was een scharrelaar die een beetje met mystiek en organische geneeskunde stoeide.

Distasteful to the concert pianist, perhaps, but a great deal of fun for the dabbler.
Afstotelijk voor de concertpianist misschien, maar heel veel lol voor de dilettant.

‘I imagine you dismissed Hikmet as a dabbler.
‘Ik stel me voor dat u Hikmet hebt weggewuifd als een amateur.

“How the hell do you know about Dabbler’s?”
‘Wat weet jij in godsnaam van Dabbler’s af?’

Next to her Webster had felt like a dabbler.
Naast haar had Webster zich een amateur gevoeld.

This is not the work of a dabbler, not the vile work of one who only seeks blood and death for their own sake.
Dit is niet het werk van een amateur, niet de verachtelijke daad van iemand die alleen wil moorden en bloed zien.

Most of us are tourists, but which of us are sincere and which are dabblers?
De meesten van ons zijn toeristen, maar voor wie is het menens en wie maken er een potje van?

Gilthanas was a scholar, a dabbler in the magic arts, though he never took them as seriously as Raistlin.
Gilthanas was een student die wat liefhebberde in de toverkunst, al had hij het nooit zo serieus genomen als Raistlin.

A notorious dabbler, Lord Russell never used to be so interested in art.
Lord Russell is een notoire dilettant die vroeger niet erg geïnteresseerd was in kunst.

“Most of the people who signed up for my classes were dabblers.
‘De meeste mensen die zich inschreven voor zo’n cursus waren amateurs.

Maggie thought about Jimmy’s confession, what they’d found out at Dabbler’s.
Maggie dacht aan Jimmy’s bekentenis, aan wat ze in Dabbler’s hadden ontdekt.

Well, I should really change that to " petty dabbler. "
Ik moet echt veranderen in kleine amateur.

I thought I was a good-for-nothing dabbler.
Ik dacht dat ik een incapabele dilettant was.

There's no sympathy for the kinky, Huck, even for occasional dabblers like me.
Niemand heeft sympathie voor kinky mensen, zelfs niet als je het eenmalig doet.

A dabbler, then.
Een hobbyist, dan.

But then the occultist dabbler found himself amongst the real thing.
Maar toen bevond de occultische amateur zichzelf in de buurt van een ware.