dark-skinned oor Nederlands

dark-skinned

adjektief

Having a relatively dark skin.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

donkerhuidig

adjektief

having dark skin

Among the Khoisan speakers today are the dark-skinned Damara, the light-skinned people of small stature called the Nama, and the famous Bushman hunters.
Degenen die thans Khoisan spreken zijn onder anderen de donkerhuidige Damara, de Nama — kleine mensen met een lichte huidkleur — en de beroemde Bosjesmannen.

donker

adjektief

having dark skin

Tom has dark skin.
Tom heeft een donkere huid.

tanen

werkwoord

voorbeelde

Despite Malachi’s dark skin, I can see embarrassment burning on his cheeks.
Hoewel Malachi een donkere huid heeft, zie ik dat zijn wangen branden van schaamte.

They were dark-skinned, no doubt from the Middle East or North Africa.
Ze hadden een donkere huid, ze zouden wel uit het Midden-Oosten of Noord-Afrika komen.

A thin, dark-skinned African woman would likely be labeled poor.
Een slanke, bruine vrouw in Afrika zou waarschijnlijk gezien worden als arm.

If she has bruises from yesterday’s fight, her dark skin makes them difficult to see.
Of ze blauwe plekken heeft overgehouden aan het gevecht van gisteren is door haar donkere huid moeilijk te zien.

The dark-skinned man said, “It’s about an intern you supervise named Isaac Gomez.”
De man met de donkere huid zei: ‘Het gaat over een stagiair die u ouder uw hoede licht, een zekere Isaac Gomez.’

With that scimitar, the man was famed wherever the dark-skinned sons of the desert rode.
Met dit zwaard was de man befaamd, waar de zwarte zonen van de woestijn maar reden.

He was dark-skinned, but not black enough to be a Nubian.
Hij had een donkere huid maar was niet zwart genoeg om een Nubiër te kunnen zijn.

With graying hair and broad shoulders, the dark-skinned woman had an indefinable strength to her.
Met haar grijzende haar en brede schouders had de donkere vrouw een ongrijpbaar soort kracht over zich.

He had dark skin, more brown than olive, and thick black hair he had treated with oil.
Hij had een donkere huid, eerder bruin dan olijfkleurig, en dik, zwart haar waar hij olie in had gesmeerd.

Kobe smiled, his teeth shining bright against his dark skin.
Kobe glimlachte, zijn tanden staken wit af tegen zijn donkere huid.

I would have sworn his dark skin blushed.
Ik zou zweren dat zijn donkere huid rood kleurde.

Then a second dark-skinned man.
Vervolgens een tweede man met een donkere huidskleur.

We was all a little dark-skinned in our family, though my cousin was born white albino.’
We waren allemaal een beetje donker van huid, bij ons in de familie, al is mijn nichtje als albino geboren.’

A dark-skinned boy ran past him, slid his skimboard into the receding backwash and jumped on.
Een jongen met een donkere huid rende hem voorbij, gooide zijn skimboard in de teruglopende golven en sprong erop.

Sorie Ibrahim Koroma was a dark-skinned African who favoured white suits in the style of Sékou Touré.
Sorie Ibrahim Koroma was een donkere Afrikaan die hield van witte pakken in de stijl van Sékou Touré.

“A dark-skinned queen who could cure the sick.”
‘Een koningin met een zwarte huidskleur, die de zieken kon genezen.’

At last the intense, dark-skinned young man stood up, helped the blonde to her feet.
Uiteindelijk stond de intens kijkende, donkere jongeman op en hielp de blondine overeind.

I interpreted, and under her dark skin she actually seemed to blush.
Ik vertaalde zijn woorden, en onder haar donkere huid scheen ze werkelijk te blozen.

He only got a glimpse but he said it was a male, youngish and dark-skinned.
Hij had alleen een glimp van de man opgevangen, maar hij zei dat hij er vrij jong uitzag en een donkere huid had.

Krishna, the charioteer, is dark-skinned and handsome.
Krishna, de wagenmenner, is knap en donker van huid.

Even his dark skin looked brighter somehow.
Zelfs Badens donkere huid leek op de een of andere manier lichter.

She noticed a dark-skinned, placid snake sunning itself on the stump of an old cedar.
Wel zag ze een donkere, luie slang die op de stomp van een oude ceder lag te zonnen.

White teeth flashed against dark skin when they heard that I would be joining them.
Witte tanden blonken tegen de donkere huid toen ze hoorden dat ik met hen mee zou doen.

A dark-skinned man riding in a police car.
Een man met een donkere huid die in een politieauto rijdt.

No more than three out of the twenty or so faces were dark-skinned.
Niet meer dan drie van de ongeveer twintig gezichten waren donker gekleurd.