glowingly oor Nederlands

glowingly

bywoord

In the manner of something that is glowing.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

gloeiend

deeltjie

hartstochtelijk

adjektief

vurig

adjektief

voorbeelde

An employer in Tokyo talks glowingly of his Algerian employee who does manual work.
Een werkgever in Tokio praat in gloedvolle bewoordingen over een Algerijnse werknemer die handarbeid verricht.

Nicholas has succeeded glowingly.
Nicholas is hier met glans in geslaagd.

What the guests came to see and spoke so glowingly about were the new facilities of the Netherlands Branch of the Watch Tower Society.
Wat de gasten kwamen bezichtigen en waarover zij zo gloedvol spraken, waren de nieuwe faciliteiten van het Nederlandse bijkantoor van het Wachttorengenootschap.

(A few days before the marriage, Rainier spoke glowingly of his bride to Father Tucker.
(Een paar dagen voor het huwelijk had Rainier geestdriftig over zijn bruid gesproken met Father Tucker.

The longest pause was two weeks spent in Verona, where the press reported glowingly on Wolfgang's concert of 5 January 1770.
De langste onderbreking was twee weken in Verona, waar de pers lovend verslag deed van Wolfgangs concert op 5 januari 1770.

We three sat at the glowingly polished table, which was big enough to accommodate ten people.
We zaten gedrieën aan de glimmend gepoetste tafel, die groot genoeg was voor tien mensen.

One mother glowingly tells how her 17-year-old son gets on the computer after church on Sunday to do family history work and her 10-year-old son loves to hear the stories and see pictures of his ancestors.
Een moeder vertelt stralend dat haar zeventienjarige zoon na de kerk op zondag achter de computer kruipt om familiehistorisch werk te doen, en dat haar zoontje van tien dol is op de verhalen en foto’s van zijn voorouders.

On the rare occasions when I saw Leicester, we talked glowingly of victory.
Bij de zeldzame gelegenheden waarbij ik Leicester zag, spraken we met gloed over de overwinning.

A queen, as glowingly golden as herself.
Een koningin, die net zo goudkleurig glom als zijzelf.

Father Hurley wished they wouldn’t go on about how often and how glowingly he had mentioned the young man.
Kapelaan Hurley wenste dat ze niet zo uitweidden over alle keren dat hij zo enthousiast over de jongeman had verteld.

‘I know he’s the squarest, straightest, fairest joe I ever met in my life,’ Angelo said glowingly.
‘Ik weet dat hij de eerlijkste, rechtvaardigste, meest rechtdoorzee kerel is die ik ooit heb ontmoet,’ zei Angelo trots.

Nicky appeared so glowingly confident that Eleanor thought she’d be a bit insufferable.
Nicky scheen zo vol zelfvertrouwen dat Eleanor dacht dat ze niet prettig in de omgang zou zijn.

Early astronauts spoke glowingly of the earth: “Our blue planet is amazingly beautiful.”
De eerste astronauten spraken in gloedvolle bewoordingen over onze ’verbazingwekkend mooie blauwe planeet’.

The music theorist and writer Johannes Tinctoris wrote glowingly of Morton, mentioning that he was "world-famous".
De muziektheoreticus en schrijver Johannes Tinctoris schreef met gloed over Morton, die hij "wereldberoemd" achtte te zijn.

“Did he speak of his daughter glowingly, but always as a child?
‘Sprak hij vol trots over zijn dochter, maar aldoor alsof ze nog een kind was?

The papers glowingly wrote about his “great inner fierceness,” his “uncanny ability to actually fly across the pitch.”
De kranten raakten niet uitgeschreven over zijn ‘grote innerlijke bevlogenheid’ en zijn ‘angstaanjagende snelheid’.

The glowingly pretty female doctor whose idea I followed gave me life-threatening directions.
De knappe, blozende vrouwelijke arts die me het idee aan de hand deed gaf me levensgevaarlijke instructies.

Not without reason did a noted physiologist speak glowingly of the “wisdom of the body.”
Niet voor niets sprak een vermaard fysioloog met gloed over de „wijsheid van het lichaam”.

She seemed excited about the trip and talked glowingly of her boss.
Ze leek veel zin te hebben in de tocht en sprak enthousiast over haar baas.

He talked so glowingly about the army and what I could accomplish.
Hij praatte met zoveel geestdrift over het leger en wat ik daar allemaal zou kunnen bereiken.

When she spoke so glowingly of her cousin, it made me doubt I’d found my woman.”
Toen zij zo enthousiast over haar nichtje sprak, begon ik te betwijfelen of ik mijn gezochte vrouw had gevonden.’

Madeline was glowingly pregnant with her second child.
Madeline was stralend zwanger van haar tweede kind.

The paleoanthropologist smiled again, even less glowingly.
De paleoantropoloog glimlachte weer, nog minder stralend.

‘I think I’m already drunk on success,’ she admitted glowingly.
‘Ik denk dat ik al dronken ben van het succes,’ gaf ze stralend toe.

This dubious personage asked Warm how his ‘work’ was progressing, and Warm replied with a single word, ‘Glowingly.’
Dit dubieuze personage vroeg Warm hoe zijn ‘werk’ vorderde, en Warm reageerde met één enkel woord: ‘Gloedvol.’