jollity oor Nederlands

jollity

naamwoord

(uncountable) The state of being jolly; cheerfulness.

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

vrolijkheid

naamwoord

pret

naamwoord

vreugde

naamwoord

voorbeelde

'All this music and jollity and the pretty women giving you the eye . . . one could easily get used to it, as Garon did.
‘Al die muziek, vrolijkheid en mooie vrouwen zijn zo uitnodigend... daar raak je zomaar aan gewend, net als Garon.

After yesterday’s jollity and exuberance, this morning is a let-down.
Na de vrolijkheid en uitbundigheid van gisteren is deze ochtend een behoorlijke domper.

All trace of jollity vanished from Lord Wolland’s eyes, though the smile remained fixed upon his face.
Alle joligheid verdween abrupt uit heer Wollands ogen, hoewel zijn grijns op zijn gezicht gebeiteld bleef.

Dawn felt herself dragged into their jollity and seeing herself through their eyes.
Dawn voelde zich meegenomen in hun vrolijkheid en zag zichzelf door hun ogen.

‘Crassus is the personification of friendliness and jollity when he lends money.
‘Crassus is de verpersoonlijking van vriendelijkheid en vrolijkheid als hij geld uitleent.

Their breathless jollity was disarming.
Hun ademloze opgetogen spontaniteit was ontwapenend.

‘Toralf, you old beanpole, you must tell me how you do it,’ Wegener said in faux-jollity.
‘Toralf, oude bonenstaak, je moet me toch eens verklappen hoe je dat doet,’ zei Wegener vrolijk.

Staccato tracers splashed scarlet light across a scene of jollity and confusion.
Staccato lichtsporen spetterden paars licht over een toneel van jolijt en verwarring.

But there was a limit to how much jollity I could endure.
Maar er was een grens aan de hoeveelheid lolligheid die ik kon verdragen.

I battened down a fierce urge to get up and go out, to get away from all that jollity.
Ik onderdrukte de sterke neiging om op te staan en weg te lopen van al die vrolijkheid.

If there is grief and anger in the air, there is also jollity.
Al heerst er verdriet en boosheid, er is ook jolijt.

Isobel's contribution to the general jollity was an annual buffet lunch party before the Strathcroy Games.
Isobels aandeel in de algehele vrolijkheid was een jaarlijks buffet voor de aanvang van de Strathcroy Games.

Was that behind his forced jollity?
Zat dát achter zijn geforceerde vrolijkheid?

Anyway, they were probably getting Carl Gustaf out of his fetters by now, and all would be jollity.
Hoe dan ook, ze zouden nu wel bezig zijn om Karel Gustaaf van zijn ketenen te bevrijden en er zou vreugde heersen.

Not contributing to the jollity was the set of bagpipes that they had given to Bolthor.
Maar dat gold niet voor de doedelzak die ze aan Bolthor cadeau hadden gedaan.

“By the jollity that is in us”: Grandes Chrons., VI, 486–87.
‘Door de vrolijkheid die zij in zich hadden’: Grandes chrons., vi, 486-487.

All jollity had left Winborne's voice.
Alle joligheid was uit Winbornes stem verdwenen.

‘I don’t think I can take much more of your jollity, Belinsky!
‘Ik geloof niet dat ik nog veel meer van je uitgelatenheid kan verdragen, Belinsky!

More laughter, but for Helen and me there was a very serious core to our jollity.
Meer gelach, maar voor Helen en mij lag er een zeer ernstige basis aan onze vrolijkheid ten grondslag.

Caught up in a mood of jollity at the prospect of seeing Effie again, she laughed.
In een vrolijke bui omdat ze Effie zou weerzien lachte ze.

My role in the evening isn’t all jollity.
Mijn rol deze avond is niet een en al feest.

Gray eyes twinkled with meaningless jollity in her red face.
Grijze ogen twinkelden met betekenisloze vrolijkheid in haar rode gezicht.

Truth, beauty, comfort, jollity – I don’t want to have to choose between things.’
Waarheid, schoonheid, comfort, gezelligheid - ik wil niet tussen dingen moeten kiezen.'

She is a replacement for Annie, who was a replacement for Marina, but there’d been the most jollity when Steph moved in.
Ze kwam in plaats van Annie, die in plaats kwam van Marina, maar Steph bracht de meeste vrolijkheid met zich mee.

I’d seen victims return with hectic jollity, with hysteria, with apathy; all with shock.
Ik had slachtoffers terug zien keren in uitbundige vrolijkheid, in hysterie, in apathie; allemaal in een shocktoestand.