éocène oor Nederlands

éocène

adjektief, naamwoord manlike

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

eoceen

Éocène

eienaam manlike

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

Eoceen

voorbeelde

Hyopsodus était l'un des derniers condylarthra et cet animal ne s'est éteint qu'au cours de l'Éocène.
Hyopsodus was één van de laatste condylarthen en dit dier stierf pas in het Laat-Eoceen uit.

Ces oursins existent depuis l'Eocène.
Dit geslacht leefde tijdens het Eoceen.

Les parcelles sélectionnées pour la récolte des raisins sont précisément délimitées sur les différentes formations du Turonien : rendzines et sols bruns calcaires plus ou moins épais, localement recouverts, au sommet des pentes, par des sables et argiles issus de formations plus récentes telles que le Sénonien ou l’Eocène.
De voor de druivenoogst geselecteerde percelen zijn nauwkeurig afgebakend op de verschillende formaties van het Turoon: krijtvaaggronden en bruine kalkgronden, in verschillende diktes, die op sommige plaatsen, op de top van de hellingen, bedekt zijn met zand en klei, afkomstig van recentere formaties zoals het Senonien of het Eoceen.

Pour la production de l’huile d’olive vierge extra à appellation d’origine protégée «Riviera Ligure» accompagnée de la mention géographique complémentaire «Riviera dei Fiori», sont considérées comme particulièrement indiquées les oliveraies situées dans l’aire de production décrite dans le cahier des charges, dont les terrains, à la déclivité plus ou moins prononcée et disposés en terrasses, sont issus de la désagrégation mécanique de la roche mère d'origine calcaire (Éocène) et de la formation de stratifications qui, au fil du temps, ont donné naissance à des sols francs ayant tendance à devenir meubles avec l'altitude.
Olijfgaarden die geschikt zijn voor de productie van extra olijfolie met de beschermde oorsprongsbenaming „Riviera Ligure” en de aanvullende geografische aanduiding „Riviera dei Fiori”, liggen in het gebied zoals omschreven in het productdossier en zijn aangelegd op vrij sterk hellende terreinen met terrasbouw, waarvan de bodem is ontstaan door de mechanische verbrokkeling van kalkhoudend (Eoceen) oergesteente. Ten gevolge van laagvorming hebben deze terreinen door de tijden heen een gemiddelde textuur gekregen, die losser is in de hoger gelegen streken.

Les parcelles délimitées pour la récolte des raisins présentent des sols schisteux ou argilo-schisteux sur la partie occidentale et des sols argilo-calcaires (Cénomanien, Turonien, Sénonien et Eocène) dans sa partie orientale.
De voor de druivenoogst afgebakende percelen hebben leisteenhoudende of klei- en leisteenhoudende bodems in het westelijke deel en klei-kalksteenhoudende bodems (cenomaan, turoon en eoceen) in het oostelijke deel.

Ce genre est apparu à la fin de l'Éocène.
Deze soort werd ontwikkeld tijdens het eind van de Edoperiode.

Les parcelles délimitées pour la récolte des raisins présentent des sols schisteux ou argilo-schisteux sur la partie occidentale et de sols argilocalcaires (Cénomanien, Turonien, Sénonien et Eocène) dans sa partie orientale.
De percelen die zijn afgebakend voor de oogst van druiven hebben een leisteenhoudende of een kleiachtige leisteenbodem in het westelijke deel en een kleiachtige kalkbodem (cenomaan, turoon, senoon en eoceen) in het oostelijke deel.

La zone de collines se caractérise principalement à l’est par des sols marneux datant de l’Éocène mélangés à du grès, qui forment le «Flysch di Cormòns», connu sous le nom de «ponca» en frioulan, et, à l’ouest et au nord, par des sols morainiques où des débris de gravier sont souvent mélangés à des segments argilo-limoneux.
Het heuvelachtige gebied wordt in het oosten voornamelijk gekenmerkt door de met zandsteen vermengde mergelbodems uit het eoceen, die de “flysch di cormòns” (“ponca” in het Friulisch) vormen, en in het westen en noorden door morenebodems waar het grindafval vaak met kleiachtige ziltige segmenten is vermengd.

Au cours de l'Éocène les condylarthres furent évincés par les ongulés proprement dits.
In de loop van het Eoceen werden de condylarthen verdrongen door de echte hoefdieren.

Nous sommes en plein Éocène, et les acteurs sont des fossiles.
We schrijven het Eoceen en de figuren zijn fossielen.

La nature géologique des terres d'âge éocène est variée et comprend une part importante de galestro, de calcaire et d'alberese.
Geologisch gesproken is de eoceenbodem gevarieerd, met een aanzienlijke hoeveelheid galestro, kalksteen en albarese.

La plus ancienne espèce de primates connue est le Plesiadapis (en), vivant dans le nord de l'Amérique, mais étant également très répandu en Europe et en Afrique pendant la période tropicale du Paléocène et de l'Éocène.
De oudst bekende primaten komen uit Noord-Amerika, maar ze kwamen ook wijdverspreid voor in Eurazië en Afrika gedurende de tropische omstandigheden in het Paleoceen en Eoceen.

Ce condylarthra était très fréquent en Europe occidentale au cours du début de l'Éocène.
Deze condylarth was in het Vroeg-Eoceen zeer algemeen in westelijk Europa.

Au cours du Paléocène et de l'Éocène les condylarthres étaient répartis sur tout le globe, y compris dans les continents australien et sud-américain qui étaient alors isolés.
Gedurende de tijdvakken Paleoceen en Eoceen waren de condylarthen verspreid over de gehele wereld, met zelfs vertegenwoordigers in de destijds afgezonderde continenten Australië en Zuid-Amerika.

Pour la production de l’huile d’olive vierge extra à appellation d’origine protégée «Riviera Ligure» accompagnée de la mention géographique complémentaire «Riviera di Levante», sont considérées comme particulièrement indiquées les oliveraies situées dans l’aire de production décrite dans le cahier des charges, dont les sols, en pente et disposés en terrasses étayées, côté littoral, par des murets de pierres sèches, remontent au Miocène et à l'Éocène et sont issus de la roche mère, laquelle est à dominante calcaire à l'intérieur des terres tandis qu'elle est de nature schisto-gréseuse sur la côte.
Olijfgaarden die geschikt zijn voor de productie van extra olijfolie met de beschermde oorsprongsbenaming „Riviera Ligure” en de aanvullende geografische aanduiding „Riviera di Levante”, liggen in het gebied zoals omschreven in het productdossier, op hellende terreinen met terrassen die aan de zeezijde door muren van droogmetselwerk worden ondersteund. Deze terreinen zijn in het Myoceen en het Ecoceen ontstaan door verwering van oergesteente dat landinwaarts overwegend kalkhoudend is en in de kuststreek veel lei- en zandsteen bevat.

Il est appelé aujourd’hui Maximum thermique du passage Paléocène-Éocène (Paleocene-Eocene Thermal Maximum ou PETM).
Deze periode wordt aangeduid als het "Paleocene-Eocene Thermal Maximum" (PETM).

Les sols des parcelles, précisément délimitées pour la récolte des raisins, sont développés sur les différentes formations du Turonien : rendzines et sols bruns calcaires plus ou moins épais, localement recouverts, au sommet des pentes, par des sables et argiles issus de formations plus récentes telles que le Sénonien ou l’Eocène.
De bodems van de percelen, die nauwkeurig zijn afgebakend voor de druivenoogst, hebben zich op verschillende formaties uit het Turonien ontwikkeld: rendzinas en redelijk dikke bruine kalkgronden, die op de toppen van de heuvels lokaal zijn bedekt met zand en klei afkomstig uit formaties uit meer recente tijdperken zoals het Senonien of het Eoceen.

61:1.14 (694.6) Tout au long de cette période dite éocène, l'évolution des mammifères et des autres formes de vie apparentées se poursuivit presque sans interruption.
(694.6) 61:1.14 Gedurende deze hele zogenaamde Eoceen -periode ging de evolutie van zoogdieren en andere verwante levensvormen met weinig of geen onderbrekingen door.

Les paléontologues ont avancé que ce modèle serait retrouvé en Europe étant donné que l'Europe et l'Amérique du Nord partageaient au début de l'Eocène plusieurs taxons identiques de mammifères carnassiers.
Noord-Amerikaanse paleontologen verwachtten dat deze patronen in Europa gelijkaardig zouden zijn, omdat Europa en Noord-Amerika tijdens het vroegste Eoceen (rond 55 Ma) talrijke vleesetende zoogdieren gemeenschappelijk hadden.