appariteur oor Nederlands

appariteur

naamwoord manlike

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

koster

naamwoord

pedel

naamwoord

bode

naamwoord

conciërge

naamwoord manlike

concierge

naamwoord

voorbeelde

Le vieux Joseph, l’appariteur, s’approcha d’elle et lui demanda aimablement: —Vous cherchez quelque chose?
De oude Joseph, de bode, kwam naar haar toe en vroeg vriendelijk: -Zoekt u iets?

L’Appariteur et son jeune assistant ressortirent en hâte.
De portier en zijn jonge hulpje snelden de kamer uit.

Julia demanda à l’appariteur de reprendre les six lourds volumes et de lui apporter les suivants.
Julia wenkte de loopjongen om haar zes zware delen weg te halen en met de volgende delen terug te komen.

L'Appariteur l'a renversé, mais c'était ma faute.
De portier heeft hem van de tafel gestoten, maar het was mijn schuld.

—Monsieur Broers est entré depuis longtemps, dit l'appariteur, et le brave homme exhiba une quittance des cours.
“Mijnheer BROERS is al lang binnen,” zei de pedel, en die brave kwam met een kwitantie van de college-gelden.

Elle est renvoyée auprès de trois appariteurs différents, chacun un peu plus incompétent que le précédent.
Drie keer wordt ze met iemand anders doorverbonden, de een duidelijk nog incompetenter dan de ander.

Quand Dennis Reynolds était appariteur au Camp Cumberland... il a été renvoyé à la maison pour le viol d'une mineur.
Toen Dennis Reynolds kampleider was op kamp Cumberland werd hij naar huis gestuurd omdat hij seks had met een minderjarige.

—Monsieur Broers est entré depuis longtemps, dit l'appariteur, et le brave homme exhiba une quittance des cours.
“Mijnheer Broers is al lang binnen,” zei de pedel, en die brave kwam met een kwitantie van de college-gelden.

Qu'est-ce que le vieil appariteur pouvait leur répondre ?
Wat kon de oude portier daarop antwoorden?

J’ai reconnu ce tatouage, qui appartenait à Jack Wright, un appariteur de l’hôpital.
Ik wist dat de tatoeage van Jack Wright was, een conciërge in het ziekenhuis.

Oh, et demandez donc à l'Appariteur d'apporter les deux caisses que j'ai laissées à la Loge, voulez-vous ?
O ja, zou je de portier willen vragen of hij de twee kisten naar boven brengt die ik bij de poort heb achtergelaten?’

Elle se sentirait pareillement si elle avait été caissière à la quincaillerie ou appariteur au collège.
Ze zou zich net zo hebben gevoeld als ze caissière in de ijzerwinkel was of conciërge op de middelbare school.

Au moment d’entrer dans la salle, Hari pensa à remettre son visio-cube à l’appariteur.
Toen ze de grote zaal betraden dacht Hari eraan het visieblok te voorschijn te halen en het aan de zaalmeester te geven.

Une secrétaire ou un appariteur avait pu le mettre au courant.
Iedere secretaresse of conciërge had het hem kunnen vertellen.

Les APPARITEURS du collège, en gants blancs, versent le vin et servent le potage.
Bediendes van het college, met witte handschoenen, schenken wijn in en dienen soep op.