aptère oor Nederlands

aptère

adjektief, naamwoord manlike

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

vleugelloos

voorbeelde

Vers la fin avril, la femelle aptère, pleine d’œufs, se fixe au moyen de son rostre sur les ramilles et parfois sur les feuilles du chêne kermès (Quercus coccifera).
Tegen het einde van april zuigen de ongevleugelde, met eieren gevulde wijfjes zich met hun snuit aan de twijgen of soms ook aan de bladeren van de kermeseik (Quercus coccifera) vast.

Un minuscule insecte aptère (Belgica antarctica) emploie un antigel naturel pour se déplacer par temps froid.
Een klein vleugelloos vliegje — waarvan de naam, Belgica antarctica, veel groter is dan het beestje zelf — gebruikt eveneens het natuurlijke antivries om in normaal koud weer in beweging te blijven.

Les ouvrièress peuvent être stériles ou aptères.
De arbeiders kunnen steriel of ongevleugeld zijn.

Le temple de la Victoire aptère se trouve sur notre droite, mais la déesse en a disparu.
Aan onze rechterhand zien wij de tempel van Athena Nike (ook wel de Ongevleugelde Overwinning genoemd), maar de godin is eruit verdwenen.

Ces insectes aptères vivent sur le chêne kermès (Quercus coccifera), espèce endémique du Moyen-Orient et du pourtour méditerranéen.
Dit ongevleugelde insect leeft op de kermeseik (Quercus coccifera), die in het Midden-Oosten en aan de Middellandse Zeekust voorkomt.