gros mot oor Nederlands

gros mot

naamwoord manlike

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

scheldwoord

naamwoord onsydig

een term die bedoeld is om iets of iemand te beledigen

Pour quelqu'un qui vend des livres pour enfants, elle connaît un tas de gros mots.
Voor iemand die met kinderboeken werkt, kent ze een hoop scheldwoorden.

krachtterm

naamwoord manlike

schimpwoord

smaadwoord

vloek

naamwoord manlike

Les filles disaient toujours des gros mots et nous étions toutes en colère.
De meisjes zaten nog steeds te vloeken, en nu waren we allemaal boos.

Soortgelyke frases

dire des gros mots
vloeken

voorbeelde

Tu aurais dû entendre les gros mots!»
Je had haar eens moeten horen vloeken!’

Je sais que c'est devenu un gros mot.
Ja, ik weet dat dat niet meer'in'is.

jurerai pas et je ne dirai pas de gros mots.
vloek niet en gebruik geen grove taal.

Le nom du BFO deviendra un gros mot dans les foyers humains et Outres.
Het FIB zal in zowel menselijke als Inderland-huishoudens een scheldwoord worden.

" Intime " n'est pas un gros mot.
'Intiem'is geen vies woord.

Elle avait hurlé le plus gros mot de son vocabulaire.
Ze had een van de grofste termen uit haar woordenschat gebezigd.

Tous les gros mots n’offensent-ils pas Dieu?
‘Zijn niet alle lelijke woorden een belediging voor God?’

» Son père ne l'avait même pas grondé pour ce gros mot.
Zijn vader had hem niet eens op z’n kop gegeven om dat lelijke woord.

Elle dit des gros mots.
Ze zei lelijke woorden.

Leur choix de vocabulaire se portait sur les mots les plus longs que nous appelions les « gros mots ».
Qua woordkeus hadden ze een voorkeur voor ellenlange woorden, die wij ‘slangwoorden’ noemden.

Je ne connais que les gros mots.
Maar ik weet alleen de slechte woorden.

" Puceau " n'est pas un gros mot.
Goed, maagd is geen lelijk woord.

Pas de gros mots.
Niet vloeken.

Je promets de ne plus dire de gros mots
Ik beloof niet meer te vloeken

Il dit des gros mots.
Je kan't proberen nu.

Papa, t'as trop dit un gros mot.
Dat is een scheldwoord.

— Parce que c'est un gros mot ?
‘Dus dat is een lelijk woord?’

— Il faut pas dire des gros mots, Adrian !
‘Je mag geen lelijke woorden zeggen, Adrian!’

Sans même qu’il y pense, un gros mot sort de sa bouche.
Plots floepte er een vloek uit Andreis mond.

Désolée pour le gros mot.
Sorry voor m'n taalgebruik.

D’accord, Clem, je ne dirai plus de gros mots, mais ouvrez-moi cette saleté de barrière.
Goed, Clem, ik zal niet meer vloeken als jij nu maar gewoon die klotepoort opendoet.'

Mais ma mère dit un tas de gros mots.
Maar mijn moeder zei er veel.

Le roi des gros mots.
Het meest gebruikte vloekwoord.

A l'étranger, la 1ère chose qu'on apprend, ce sont les gros mots.
Het eerste wat je in't buitenland leert, zijn vieze woorden.

C'est devenu un gros mot ces jours-ci.
Het is een vies woord geworden tegenwoordig.