pleurer oor Nederlands

pleurer

/plœ.ʁe/ werkwoord

Verser des larmes

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

huilen

werkwoord

Verser des larmes sous l'effet d'une émotion.

Tranen vergieten door de uitwerking van een emotie.

Ce n'est pas grave, tu ne dois pas pleurer.
Het is niet erg, je hoeft niet te huilen.

wenen

werkwoord

Verser des larmes sous l'effet d'une émotion.

Tranen vergieten door de uitwerking van een emotie.

Je ne sais si je dois rire ou pleurer.
Ik weet niet of ik moet lachen of wenen.

schreien

werkwoord

Verser des larmes sous l'effet d'une émotion.

Tranen vergieten door de uitwerking van een emotie.

J'ignore ce que vous lui avez fait. Mais ma fille est là-bas en train de pleurer.
Ik weet niet wat je haar hebt aangedaan, maar mijn dochter zit daar haar ogen uit te schreien.

krijten · rouwen · tranen · janken · betreuren · bewenen · blèren · wateren

voorbeelde

Je leur faisais confiance, je pouvais pleurer pour eux.
Ik had vertrouwen in hen en huilde om hen.

Il ne faut pas pleurer comme ça, chiya.
'Je moet niet zo huilen, chiya.

Je n'avais pas pleuré depuis des années ; pas depuis l'enterrement de ma mère, en fait.
Ik had jaren niet gehuild, niet meer sinds de begrafenis van mijn moeder.

La jeune fille se remet à pleurer
Het meisje begint weer te huilen.

Elle sentit le dos de sa mère trembler, comme si elle allait se remettre à pleurer. – Non, maman !
Ze voelde hoe haar moeders rug begon te beven, alsof die zich schrap zette voor een nieuwe huilbui.

Je déteste pleurer.
Ik wil niet huilen.

Je pleure pas
Ik ween niet

(Voir aussi Deuil ; Pleurs, Pleurer)
(Zie ook Huilen; Rouw)

Même Cendrillon n'a pas pleuré.
Zelfs Assepoester huilde niet.

La nuit dernière, j'ai cru entendre maman pleurer.
Vannacht leek het net alsof ik mams hoorde huilen.

Ils avaient bâti une vie ensemble et aujourd’hui, cette vie était finie et elle avait besoin de pleurer.
Ze hadden een leven met elkaar opgebouwd, en nu dat leven voorbij was, moest ze huilen.

Je ne pouvais pas arrêter de pleurer, j’étais complètement déprimée.
Ik kon niet stoppen met huilen, en ik was heel terneergeslagen.

Une semaine plus tôt, elle aurait pleuré, mais maintenant ses larmes étaient taries.
Een week geleden zou ze nog hebben gehuild, maar nu had ze geen tranen meer.

Continuant à pleurer, Anna saisit son sac et marcha derrière eux.
Anna huilde nog steeds, nam haar koffer en schuifelde achter hen aan.

Lily m'a dit qu'elle t'avait vue pleurer.
Lily zei me dat je huilde.

Sarabeth me fit un grand sourire, mais Rachel, avec ses joues marbrées de rose, donnait l’impression d’avoir pleuré
Sarabeth grijnsde naar me, maar Rachel zag eruit alsof ze had gehuild, met roze, gevlekte wangen.

En fait, j' adore cette chanson.Je ne peux ni sourire ni pleurer
Ik hou van dit liedje en ik kan niet lachen, of huilen

Pleurer sur la poitrine d'un amant n'est pas une faute de goût : souvent, même, c'est la seule chose qui reste à faire
Huilen op de borst van een minnaar getuigt niet van slechte smaak, vaak is het zelfs het enige wat je nog kunt doen.

J’avais eu beau pleurer, dire à Paul que je n’avais jamais été enceinte, que j’étais stérile.
Ik kon huilen wat ik wilde en zeggen dat ik nooit zwanger geweest was, dat ik onvruchtbaar was.

Désolée d'avoir pleuré.
Sorry dat ik huilde.

Je remarque que tout son visage est humide, et je comprends qu’elle pleure, de la seule façon dont elle se souvient.
Dan zie ik haar hele gezicht nat, en ik weet dat ze huilt, zo goed als ze nog weet hoe het moet.

Ne pleure pas!
Niet huilen!

—Ne pleure pas, sinon tu vas ruiner ton maquillage.
‘Niet huilen, je bederft je make-up.’

Les lèvres de Pham frémirent un instant, et elle crut qu’il allait se mettre à pleurer
Phams lippen trilden en ze dacht even dat hij zou beginnen te huilen.

Tu es heureuse quand tu pleures?
Ben je blij als je huilen?