afi oor Nederlands

afi

/a.vɪ/, /ˈaːvɪ/ naamwoord manlike

Vertalings in die woordeboek Yslands - Nederlands

grootvader

naamwoord manlike

De vader van iemand's ouders.

Eftir ađ afi dķ, varđ mķđir mín ađ sjá um ömmu ein.
Nadat grootvader stierf, was moeder de enige die voor grootmoeder zorgde.

opa

naamwoord manlike

De vader van iemand's ouders.

Textanum fyrir Þegar afi kemur getur ekki verið bætt við út af takmörkunum á leyfisveitingu.
De woorden van Als opa komt zijn niet beschikbaar vanwege licentiebeperkingen.

bompa

naamwoord manlike

opoe

naamwoord

voorbeelde

Ūađ er af ūví ađ afi var vondur viđ hann.
Omdat opa gemeen tegen hem was.

Nei, afi, ūetta er annar hattur.
Nee, het is een andere hoed.

Ræktaði afi þinn dúfur?
Jouw opa had duiven?

Eftir ađ afi dķ, varđ mķđir mín ađ sjá um ömmu ein.
Nadat grootvader stierf, was moeder de enige die voor grootmoeder zorgde.

Var ekki afi þinn deildarforseti hérna?
Je grootvader was hier toch decaan?

Hvað ertu að gera afi?
Wat ben je aan het doen opa?

Þegar afi þinn þróaði Promidal
Toen uw grootvader Promidal ontwikkelde

Hér er afi Jim Jim.
Hier is opa Jim Jim.

Afi mun sjá um það.
Opa zal zorgen voor het.

Afi þinn nálgast það að verða draugur sjálfur.
Omdat opa zelf bijna een geest is.

Afi minn var ađ deyja.
Mijn grootvader is gestorven.

Slakaðu á, afi!
Rustig maar, opa!

Eru amma og afi að koma?
Komen opa en oma?

Afi vill versla.
Opa drijft graag handel.

Afi þinn.
Je grootvader.

Afi minn er ūađan.
Daar komt mijn opa vandaan.

Afi kenndi mér ađ veiđa viđ eyjuna ūarna.
Op dat eiland leerde m'n opa me vissen.

Veistu hvađ afi minn var vanur ađ segja?
Weet je wat mijn opa altijd zei?

Þess vegna ávarpa þeir Guð réttilega sem ‚föður‘ vegna þess að hann verður í reynd afi þeirra fyrir milligöngu ‚Eilífðarföðurins‘ Jesú Krists. — Matteus 6:9; Jesaja 9:6.
Daarom spreken zij God terecht aan met „Vader”, omdat hij, in feite, hun Grootvader zal zijn via de „Eeuwige Vader”, Jezus Christus. — Mattheüs 6:9; Jesaja 9:6.

Hvađ ūũđir ūađ, afi?
Wat denk je dat dat betekent, opa?

Afi ætlar ađ spila bingķ.
Opa gaat een beetje bingo spelen.

Var ekki afi ūinn deildarforseti hérna?
Je grootvader was hier toch decaan?

Textanum fyrir Þegar afi kemur getur ekki verið bætt við út af takmörkunum á leyfisveitingu.
De woorden van Als opa komt zijn niet beschikbaar vanwege licentiebeperkingen.

Auđvitađ, afi.
Natuurlijk.

Afi Tönyu var í stjķrn Stanfords.
Tanya's opa zit in het bestuur van Stanford.