Gradus oor Engels

Gradus

/ɡrˈadəs/ eienaam

voorbeelde

Maar Geert-Jan zei: ‘Hij kan nog niet weggaan, oom Gradus!
But Geert-Jan said, “He can’t go yet, Uncle Gradus!

Als oom Gradus merkt wie u bent, zou hij u óók ontslaan - net als Jan de koetsier.’
If Uncle Gradus realizes who you are, he’ll fire you too – like he did with Jan the coachman.”

‘Nee, Gradus woonde in Den Haag; hij vond dat een goede woonplaats voor een graaf.
“No, Gradus lived in The Hague, as he thought that was an appropriate place for a count to live.

Hij raakte er meer en meer van overtuigd dat Graaf Gradus inderdaad aasde op de schat.
He was becoming more and more convinced that Count Gradus was in fact after the treasure.

‘Morgen over een week ben ik jarig, en dan kan oom Gradus het mij niet weigeren.’
“And it’s my birthday a week tomorrow, so Uncle Gradus won’t be able to say no.”

‘Oom Gradus wil dat ik de schat vind; van hem mag ik overal op klimmen.
“Uncle Gradus wants me to find the treasure, so he lets me climb wherever I want.

Hij haat oom Gradus en oom Gradus haat hem.’
He hates Uncle Gradus and Uncle Gradus hates him.”

‘Oom Gradus weet niet dat jan nog een sleutel heeft van een van de hekken.
“Uncle Gradus doesn’t know that Jan still has a key for one of the gates.

Geert-Jan liet even zijn ongenaakbare houding varen en vroeg: ‘Oom Gradus, waarom hebt u Jan ontslagen?’
Geert-Jan dropped his stand-offish attitude for a moment and asked, “Uncle Gradus, why did you fire Jan?”

‘Behalve dan Graaf Gradus,’ sprak de heer Thomtidom.
“Except for Count Gradus,” said Mr Thomtidom.

‘Oom Gradus weet dat natuurlijk niet.
“But obviously Uncle Gradus doesn’t know that.

‘Graaf Gradus is de voogd van Geert-Jan,’ zei hij.
“Count Gradus is Geert-Jan’s guardian,” he said.

‘Maar slaat u me dan alstublieft nu, voordat Manus terugkomt met oom Gradus.’
“But please beat me now, before Manus gets back here with Uncle Gradus.”

‘Ik zou het fijn vinden als oom Gradus er maar niet was.
“It’d be great if Uncle Gradus weren’t here.

Ze ging rechtop zitten en vervolgde: ‘Gradus Grisenstijn, een neef van Gilbert, werd Geert-Jans voogd.
She sat up straight and continued, “A relative, Gradus Grisenstein, became Geert-Jan’s guardian.

‘Oom Gradus zal woedend zijn!’
“Uncle Gradus is going to be furious!”

Die vijand is Graaf Gradus Grisenstijn, met zijn hebzuchtige hart en zijn gruwelijke plannen.
“That Fiendish Foe is Count Gradus Grisenstein, with his grasping, greedy heart and his grim and gruesome plans.

‘Dan zult u mij helpen zoeken,’ zei hij ‘Als u het maar niet aan oom Gradus laat merken.
“Then you can help me look,” he said “Just as long as you don’t let Uncle Gradus find out.

‘Dat weet ik nog niet, oom Gradus,’ antwoordde de jongen.
“I don’t know yet, Uncle Gradus,” replied the boy.

‘Graaf Gradus houdt niet van kinderen,’ zei ze.
“Count Gradus does not like children,” she said.

‘Oom Gradus,’ fluisterde hij, het doosje dichtknippend.
“Uncle Gradus,” he whispered, closing the box.

‘Oom Gradus zegt dat ik op een dorpsschool niets leren kan,’ antwoordde Geert-Jan.
“Uncle Gradus says I won’t learn anything at a village school,” replied Geert-Jan.

Daarboven, op de luifel, stond een lange gestalte...’Oom Gradus!’
Up there, on the ledge, stood a tall figure... “Uncle Gradus!”

‘Maar oom Gradus wil hem ook hebben - daarom laat hij me bespioneren.
“But Uncle Gradus wants it too – and that’s why he’s spying on me.

‘Als ik doe wat u zegt,’ ging hij opgewekt voort, ‘zal ik er écht niet zijn als oom Gradus dadelijk terugkomt.
“If I do as you say,” he continued cheerfully, “then I really won’t be here when Uncle Gradus comes back.