Hendrik II van Nassau oor Engels

Hendrik II van Nassau

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Henry II of Nassau

Soortgelyke frases

Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz
Henry Casimir II

voorbeelde

Ruiterportret van Hendrik Casimir II, vorst van Nassau-Dietz, als aanvoerder bij een veldslag.
Henry Casimir II, Prince of Nassau-Dietz, in a Battle, Jan van Huchtenburg, 1692

Maar dit kan ook gezegd worden van Hendriks voorganger Engelbrecht II van Nassau (+1504).
But this can also be said about Henry’s predecessor Engelbrecht II of Nassau (+1504).

Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz en Henriëtte Amalia van Anhalt-Dessau.
Hendrik Casimir II and Henriëtte Amalia had nine children:

De kunstenaar blijft vele opdrachten van hooggeplaatste figuren ontvangen, zoals onder andere van Adolf van Bourgondië, koning Christiaan II van Denemarken, Hendrik III van Nassau en zijn vrouw Mencía de Mendoza.
The artist continues to receive many commissions from high-ranking figures, such as, inter alia, by Adolf of Burgundy, King Christian II of Denmark, Henry III of Nassau and his wife Mencía de Mendoza.

Bezaten werk van hem: Margaretha van Oostenrijk, Hendrik III van Nassau, Filips van Bourgondië, Rudolf II en zijn broer Ernst, Filips II.
Owners of his work were: Margaret of Austria, Henry III of Nassau, Philip of Burgundy, Rudolf II and his brother Ernest, Philip II of Spain.

Zowel Engelbrecht II als Hendrik III van Nassau komen in aanmerking, maar Belting lijkt de voorkeur te geven aan Hendrik, overigens zonder enige argumentatie.
Both Engelbert II and Henry III of Nassau are possible patrons but Belting seems to be in favour of Henry, without any argument for that matter.

Waren Hendrik III van Nassau of Engelbrecht II van Nassau geïnteresseerd in alchemie?
Were Henry III of Nassau or Engelbert II of Nassau interested in alchemy?

In navolging van de dendrochronologische bevindingen van Rotterdam 2001 beschouwt Dixon het drieluik als een vroeg werk (circa 1475) dat dus hoogstwaarschijnlijk niet voor Hendrik III van Nassau, maar wel voor zijn oom Engelbrecht II van Nassau werd geschilderd.
In the wake of the dendrochronological insights of Rotterdam 2001 Dixon sees this triptych as an early work (around 1475), probably not painted for Henry III of Nassau, but for his uncle Engelbrecht II of Nassau.

Vermets bijdrage, geschreven in zijn typische enthousiaste stijl, behandelt een hoogst boeiende en belangrijke kwestie: is de Tuin der Lusten een vroeg of een later werk en was de opdrachtgever Engelbrecht II van Nassau of Hendrik III van Nassau?
Vermet’s contribution, written in his own enthusiastic style, deals with a highly interesting and important issue: is the Garden of Delights an early or a later work and was it commissioned by Engelbrecht II of Nassau or Henry III of Nassau?

Volgens Gerlach is het niet onwaarschijnlijk dat de Tuin der Lusten door Hendrik of door zijn voorganger Engelbrecht II van Nassau bij Bosch besteld werd en bedoeld was als ‘topstuk’ in het wereldse milieu waarin de Nassauers te Brussel vertoefden.
According to Gerlach it is not improbable that the Garden of Delights was commissioned by Henry or by his predecessor Engelbert II of Nassau and that it was meant to be a ‘top piece’ in the Brussels secular environment in which the Nassaus felt at home.

In de recente Bosch-literatuur is duidelijk geworden dat de opdrachtgever ofwel Engelbrecht II van Nassau, ofwel zijn neef en erfgenaam Hendrik III van Nassau was.
In recent Bosch literature it has become clear that the commissioner was either Engelbrecht II of Nassau or his nephew and heir, Hendrik III of Nassau.

Correct wordt gesignaleerd dat het drieluik zich in 1517 in het Brusselse paleis van Hendrik III van Nassau bevond, maar dat de opdrachtgever diens oom Engelbrecht II van Nassau was en dat het drieluik rond 1498 in Brussel geschilderd werd, is gebaseerd op louter veronderstellingen.
It is correctly stated that in 1517 the triptych was seen in the Brussels palace of Henry III of Nassau, but the claims that the patron was Henry’s uncle Engelbert II of Nassau and that the triptych was painted in Brussels in 1498, are sheer hypotheses.

De Prinsenkapel ten noorden van het koor is het mausoleum van de voorvaderen van de Nederlandse koninklijke familie. Hier bevindt zich het Praalgraf van Engelbrecht II van Nassau. De kapel werd gebouwd van 1520 tot 1525 in opdracht van graaf Hendrik III van Nassau-Breda.
The Prinsenkapel (Prince chapel) north of the choir is the old mausoleum of the House of Orange-Nassau, ancestors of the Dutch Royal Family.[2] The chapel was built from 1520 until 1525 on orders of the Lord of Breda, Henry III of Nassau-Breda.

Geldt dat ook voor Hendrik III van Nassau die hoogstwaarschijnlijk de Tuin der Lusten bestelde (of voor de andere kandidaat-opdrachtgever, Engelbrecht II van Nassau)?
Does that also include Henry III of Nassau, the likely commissioner of the Garden of Delights (or the other candidate-commissioner, Engelbrecht II of Nassau)?

Hieruit blijkt onder meer dat Filips II niet alleen Bosch-werken heeft gekocht van de erfgenamen van Felipe de Guevara, maar dat hij hoogstwaarschijnlijk ook Bosch-werken verwierf uit het bezit van Mencia de Mendoza (de Spaanse vrouw van Hendrik III van Nassau).
This leads to the conclusion that Philip II not only bought Bosch paintings from the heirs of Felipe de Guevara, but that very probably he also acquired works that belonged to Mencia de Mendoza (the Spanish wife of Henry III of Nassau).

Volgens Herman Colenbrander was het Hendrik III van Nassau die, na een reis naar Spanje, verantwoordelijk was voor het idee van de symbolische madroño’s (de madroño of aardbeiboom groeide alleen in Zuid-Europa en Ierland), maar zijn oom, Engelbrecht II van Nassau, bezocht ook Zuid-Europa en misschien deed Bosch hetzelfde, of wellicht was er sprake van een derde partij, een ‘auctor intellectualis’.
According to Herman Colenbrander it was Henry III of Nassau who, after a journey to Spain, was responsible for the introduction of the madroño symbolism (the madroño or strawberry tree only grew in Southern Europe and Ireland), but his uncle, Engelbrecht II of Nassau, also visited Southern Europe and maybe Bosch did so as well, or perhaps there was a third party, an ‘auctor intellectualis’ involved.