auto-ongeluk oor Engels

auto-ongeluk

Een ongeval met een auto.

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

auto accident

Een ongeval met een auto.

An accident with a car.

Terrorisme doodt veel minder mensen dan auto-ongelukken of sigaretten.
Terrorism kills far fewer people than auto accidents or cigarettes.

car accident

naamwoord

Een ongeval met een auto.

An accident with a car.

Ze raakte gewond in een auto-ongeluk.
She was injured in a car accident.

car crash

naamwoord

Een ongeval met een auto.

An accident with a car.

Zijn vrouw ligt in het ziekenhuis, zij is gewond geraakt bij een auto-ongeluk.
His wife is in the hospital because she was injured in a car crash.

voorbeelde

Omdat ze is omgekomen bij een auto-ongeluk toen jij elf was?
Because she died in a car accident when you were eleven?

Was het'n auto-ongeluk?
Was it a car accident?

Hij is een paar dagen geleden levend verbrand bij een auto-ongeluk.'
He burned to death in an automobile accident a few days ago.”

‘Roel... Roel Sabatino heeft een auto-ongeluk gehad.’
‘Roel...Roel Sabatino has been involved in a car accident.’

Daarna, een jaar later, kwam ze om bij een auto-ongeluk.
Then a year later, she was in a fatal car wreck.

Het auto-ongeluk van haar moeder was zo'n moment geweest.
Her mother’s car accident had been one of those moments.

Paggett en zijn collega hadden slachtoffers van auto-ongelukken, mishandelde kinderen en andere verminkte mensen gezien.
Paggett and his partner had seen car wreck victims, abused children and other mangled and degraded human beings.

‘Toen ik dertien was zijn ze bij een auto-ongeluk omgekomen.
“They died in a car crash when I was thirteen.

Pa en ik, auto ongeluk.
Dad and me, car accident.

Anthony Peyser kwam om bij het auto-ongeluk op de weg achter het huis in Colorado.
Anthony Peyser also died in the car crash near the house in Colorado.

Danny zei dat ze stierf in een auto ongeluk.
Danny told me that you were married, and that she died in a car-accident.

De 27-jarige Judith, die in Namibië woont, raakte door een auto-ongeluk vanaf haar nek verlamd.
Twenty-seven-year-old Judith, who lives in Namibia, was involved in a car accident that left her paralyzed from the neck down.

Waarom praat ik ook met iemand die van auto-ongelukken leeft?
Why am I talking to someone who makes a living out of car accidents?

Hij was gestorven toen ze nog klein was, een auto-ongeluk op weg naar huis.
He’d died when she was very young, in a car accident on his way home from work.

Hij was op negentienjarige leeftijd bij een vreselijk auto-ongeluk in West Virginia overleden.
He’d died in a terrible car crash at age nineteen in West Virginia.

‘Het was geen auto-ongeluk, mevrouw Angel.’
‘It wasn’t a car accident, Mrs Angel.’

Een eenzijdig auto-ongeluk in mijn tienerjaren.
A single-car accident in my youth.

Ze wist eerder van een aanslag in Chengdu dan van een auto-ongeluk verderop in de straat.
She knew about an attack in Chengdu sooner than a car accident down the street.

‘We kunnen bevestigen dat acteur Dayne Matthews eerder vandaag een ernstig auto-ongeluk heeft gehad.
“We have received confirmation that earlier today actor Dayne Matthews was in a serious car accident.

Dankzij jou was mijn verloofde betrokken bij een auto ongeluk.
Thanks to you, my fiancé was in a car accident.

‘Sabrina... mijn ex-vrouw... heeft een auto-ongeluk gehad.
“Sabrina . . . my ex-wife . . . she’s had a car accident.

Michael heeft vannacht een auto-ongeluk gehad.
Michael was injured in a car accident early this morning.

Je vader is omgekomen bij een auto-ongeluk voordat jij geboren werd.
Your daddy died in a car accident before you were born.

Misschien had het auto-ongeluk hem veranderd.
Maybe the car crash altered him.

‘Ik begrijp dat u een ernstig auto-ongeluk hebt gehad.’
“I understand you had a serious car accident.”