oom / broer van moeder oor Engels

oom / broer van moeder

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

maternal uncle

naamwoord

brother of ones mother

voorbeelde

‘Als jongetje had ik een oom, de broer van mijn moeder, oom Juan die in Mexico woonde.
‘When I was a boy, I had an uncle Juan, my mother's brother, who lived in Mexico City.

In 1938 na de progroms vluchtten mijn twee ooms, broers van mijn moeder en belandden veilig in U.S.A.
In 1938 after the pogroms, my two uncles (my mother’s brothers) escaped to the U.S.A.

Deze twee zijn jouw ooms, broers van je moeder.
These are two of your uncles, brothers of your mother.

‘Als jongetje had ik een oom, de broer van mijn moeder, oom Juan die in Mexico woonde.
'When I was a boy, I had an uncle Juan, my mother's brother, who lived in Mexico City.

‘Mijn broer en ik trokken in bij een oom, een broer van mijn moeder.
"""My brother and I moved in with our uncle, my mother's brother."

We openden de deur en ik herkende meteen het gezicht van oom Steve, de broer van mijn moeder.
As she opened the door for us and we went in, I recognised Uncle Steve, my mother’s brother.

Van oom Logan, de broer van zijn moeder.
Uncle Logan, his mother’s brother.

Bij ontstentenis van haar vader liep ze aan de arm van oom Ron, de broer van haar moeder.
On her arm, in place of her father, was Uncle Ron, her mother’s brother.

Ik heb een oom, de broer van m'n moeder, die priester is.
My uncle, my mother's brother, is a priest.

Hij is haar oom, de broer van haar moeder.
He is her uncle, her mother’s brother.

‘Hij is mijn oom, de broer van mijn moeder.’
“He’s my uncle, my mother’s brother.”

Mijn andere oom, de broer van mijn moeder, is altijd erg aardig voor me.
I have another uncle, my mother’s brother William, and he is always very kind to me.

‘Mijnheer Reed was mijn oom — de broer van mijn moeder.’
Reed was my uncle--my mother's brother.""

Mijn oom, de broer van mijn moeder, had zichzelf opgeleid.
My uncle, my mother’s brother, was self trained.

Hij is haar oom, de broer van haar moeder.
He is her uncle, her mother's brother.

‘Haar oom, de broer van haar moeder, was prins Francis, groothertog van Hessenberg.
“Her uncle, her mother’s brother, was Prince Francis, Grand Duke of Hessenberg.

Don was niet alleen mijn partner, maar ook Melissa’s oom, de broer van haar moeder om precies te zijn.
Don, in addition to being my law partner, was Melissa’s uncle.

Op je zestiende ben je eens naar Washington D.C. gegaan, op bezoek bij je oom, de broer van je moeder.
When you were sixteen you went on a trip to Washington, D.C., to visit your uncle—your mom’s brother.

Er was een paars carbonafschrift van een brief van zijn moeders broer, oom Stoneham, van The Cottage in Much Wenlock.
There was a purple carbon copy of a letter from his mother's brother, Uncle Stoneham of The Cottage, Much Wenlock.

Ze woonden bij zijn oom, de broer van zijn moeder, die al oud was, en Roberto volgde in de avonduren Engelse les.
They were living with his uncle, his mother’s brother, who was old, and Roberto was taking English classes at night.

De oom moet een broer van zijn moeder zijn.
The Uncle must be his mother's brother.

Rosaleen is getrouwd met mijn oom Arthur, de broer van mijn moeder.
Rosaleen’s married to my uncle Arthur, who is my mum’s brother.

Haar oom Vallerio, de broer van haar moeder en opperbevelhebber van Miromara, was in leven.
Her Uncle Vallerio—her mother’s brother and Miromara’s high commander—was alive.

Ik ben oom Jack, de broer van je moeder.
I'm Uncle Jack, your mom's brother.

Mariah begreep dat ze waarschijnlijk doelde op haar oom Norris, de broer van haar moeder.
Mariah realized she was probably reading about her uncle Norris, her mother’s brother.