schaapachtigen oor Engels

schaapachtigen

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

ovine

adjective noun

Horned ruminant mammals raised in many breeds for wool, edible flesh, or skin.

voorbeelde

Zelfs een schaapachtige vriend is beter dan niets.
Even a sheepish friend is better than none.

En die vader maar schaapachtig lachen, want hij had die avances van zijn dochter wel in de gaten.
Her father laughed sheepishly, well aware of his daughter’s advances.

Nadien glimlachte hij schaapachtig, maar ik weet dat het ons goeddeed.
He smiled sheepishly afterward, but I know it did us good.

Ik lach schaapachtig als ik de camera uit de doos haal.
I smile sheepishly as I pull out the camera box.

‘Ik had de negatieven nog en heb nieuwe afdrukken laten maken,’ zei hij nogal schaapachtig.
Yeah, I dug out the negatives and made some new prints, he said sheepishly.

Dat vraagt ze normaal nooit, dus ze moet zich nogal schaapachtig voelen.
She never normally asks, so this must mean she’s feeling quite sheepish.

Toen keerde ik schaapachtig terug naar de landrover.
Then, sheepishly, I returned to the Land Rover.

Hij had het fatsoen schaapachtig te kijken.
He had the grace to look sheepish.

Als hij mijn afkeurende blik ziet, glimlacht hij opeens wat schaapachtig en hij legt een hand op Negens schouder.
When he catches my look of disapproval, Eight’s smile turns sheepish and he places a hand on Nine’s shoulder.

Michael lachte schaapachtig en zei dat het de eerste keer was.
Michael smiled stupidly and said it was his first time.

Anna glimlachte schaapachtig toen Gerda haar ongelovig aankeek.
Anna smiled sheepishly when Gerda looked at her in disbelief.

‘Ik wilde niemand doden,’ zei hij terwijl hij schaapachtig glimlachte en een gebroken tand liet zien.
"""I didn't want to have to kill anyone,"" he said, smiling sheepishly and showing a broken tooth."

Jongen 412 keek haar schaapachtig aan, maar zei niets.
Boy 412 looked at her sheepishly but said nothing.

'Ik wilde je alleen maar even gedag zeggen en je een veilige terugreis wensen,' zei hij een beetje schaapachtig.
“I just wanted to say good-bye, and wish you a safe trip home,” he said, sounding a little sheepish.

‘Workshop creatief schrijven,’ zei hij een beetje schaapachtig.
“Creative writing workshop,” he said a little sheepishly.

Hij grinnikte schaapachtig en zei in het Russisch: ‘Ik begrijp dat je vanavond geen voorstelling hebt.’
He grinned sheepishly and replied in Russian: “I take it you don’t have a performance tonight.”

Steve grijnsde schaapachtig naar haar, alsof hij zich schaamde dat ze om hem moest huilen.
Steve grinned sheepishly at her, as though he was ashamed of causing her tears.

‘Ik ook,’ reageerde hij schaapachtig.
“Me, too,” he replied sheepishly.

‘Mevrouw,’ zei de jongen schaapachtig.
“Mrs.” the boy said sheepishly.

'Ik ben ... eh . . . verloofd met haar kamergenoot,' zei Luke schaapachtig.
“I’m ... ah ... engaged to her roommate,” Luke said sheepishly.

Sandy keek hem schaapachtig aan en mompelde: 'Je weet het, of niet?'
Sandy looked at him sheepishly and murmured, “You know, don’t you?”

Schaapachtig veeg ik het vuil van zijn zwarte pyjama.
Sheepishly, I brush at the dirt on his black pajamas.

Maar het was heel snel voorbij,’ voltooide ze schaapachtig.
It was over really fast, though,” she finished sheepishly.

Toby gehoorzaamde met een schaapachtige grijns.
Toby obeyed, with a sheepish grin.

Schaapachtig overhandigde ik haar de fles en ze stak die onder haar arm.
Sheepishly, I gave the bottle to her, and she tucked it under her arm.