zeg maar oor Frans

zeg maar

tussenwerpsel

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Frans

autrement dit

bywoord

Zeg maar " nooit ".
Autrement dit, c'est pour toujours.

en d'autres termes

voorbeelde

Zeg maar dat ik beledigd ben.
Tu lui diras que je suis vexé.

Zeg maar wat je wilt, Mary.
Qu'est-ce que tu veux, Mary?

Twee aankondigingen voor de prijs van één, zeg maar.'
Deux annonces pour le prix d’une, en quelque sorte.

Zeg maar wat je wilt gaan doen, dan zal ik je daar zo veel mogelijk bij helpen.’
Dis-moi ce que tu as envie de faire et je m’efforcerai de t’aider le mieux possible

Sorry, sorry dat ik het zeg, maar je doet een beetje vreemd
Excuse- moi, excuse- moi de te le dire, mais je t’ ai trouvé un peu bizarre

'Zeg maar Edward, juffrouw Scott.'
Kenway... — Vous pouvez m’appeler Edward, Mademoiselle Scott

Zeg maar beter niets over m'n moeder.
Et plus un mot sur ma mère, il vaut mieux.

Opdracht: Rij onmiddellijk naar vliegveld Brussel, zeg maar dat je naar de dokter moet of iets dergelijks.
Mission : aéroport de Bruxelles, immédiatement, prétexter une visite médicale, ou quelque chose comme ça.

Maar op haar komt iedereen af, zeg maar.
Avec elle, tout le monde va se précipiter.

Zeg maar tegen de minister dat het doorgaat.
Hum... dites à l'A.G. que j'ai revu l'accord et qu'on peut continuer.

‘Zeg maar dat ik voor mijn dochter zorg, maar dat ik contact met ze zal opnemen.’
— Dis-leur que je m’occupe de ma fille et que je les contacterai

Zeg maar dat ze moet wachten
Dis- lui de patienter

Zeg maar Ravi.
Appelez-moi Ravi.

Wilt u mij vertellen dat de onbekende man – het onderste lijk, zeg maar – Walter Ruiz is?
Vous voulez dire que le corps non identifié, celui qui était en dessous... que c’était Ruiz ?

Een kwaal, zeg maar een ziekte.
C'est une maladie.

Zoals in zo’n film met Julia Roberts, zeg maar.’
Aussi romantique qu’une comédie avec Julia Roberts.

Wat is je normale tarief voor, zeg maar, zes uur?’
Qu’est-ce que tu demandes pour... disons, six heures de boulot?

‘Zeg maar dat je dat niet weet.
— Vous lui direz que vous n’en savez rien.

'Zeg maar tegen je meester dat de huidige onvrede in gelijke mate voor ons geldt als voor hem.'
Informez votre maître que notre mécontentement est égal au sien, conclut-il en durcissant le ton

Zeg maar dat ik hier ook nog wat onsjes weg wacht.
Je ne peux pas m'occuper de son potager maintenant!

Zeg maar tegen hem dat ik weer klassiek ga spelen.
Dis-lui que je me remets au classique.

‘Ik weet wat je wilt zeggen, dus zeg maar niets.
«Je sais ce que tu vas dire, ne te fatigue pas.

Zeg maar niets.
Ne dis rien.

Zeg maar tegen Edgar dat hij van beteren huize moet komen.
Dites à Edgar qu’il va falloir qu’il trouve mieux.

Zeg maar dat ze van mij zijn.
Dites-lui qu'ils sont de moi.