Common Sandpiper oor Nederlands

Common Sandpiper

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

Oeverloper

common sandpiper

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

oeverloper

voorbeelde

The butcherbird, the nightjar, the chiffchaff and the common sandpiper were leaving us.
De klauwier, de nachtzwaluw, de tjiftjaf en de gewone oeverloper zouden ons verlaten.

The common sandpiper (Actitis hypoleucos) is a small Palearctic wader.
De oeverloper (Actitis hypoleucos) is een kleine steltloper uit het palearctisch gebied.

On top of the bookcase in Erzsébet’s apartment are two birds, a red-crested pochard and a common sandpiper.
Op de kast in Erzsébets appartement staan twee vogels: een krooneend en een oeverloper.

They include the little egret (Egretta garzetta), grey heron (Ardea cineara), spoonbill (Platalea leucorodia), ruddy shelduck (Tadorna ferruginea), ringed plover (Charadrius hiaticula), grey plover (Pluvialis squatarola), sanderling (Calidris alba), little stint (Calidris minuta), dunlin (Calidris alpina), whimbrel (Numenius phaeopus), greenshank (Tringa nebularia), common sandpiper (Actitis hypoleucos), and turnstone (Arenaria interpres).
Vermeldenswaard zijn de volgende soorten: de kleine zilverreiger (Egretta garzetta), de blauwe reiger (Ardea cineara), de lepelaar (Platalea leucorodia), de casarca-eend (Tadorna ferruginea), de bontbekplevier (Charadrius hiaticula), de zilverplevier (Pluvialis squatarola), de drieteenstrandloper (Calidris alba), de kleine strandloper (Calidris minuta), de bonte strandloper (Calidris alpina), de regenwulp (Numenius phaeopus), de groenpootruiter (Tringa nebularia), de oeverloper (Actitis hypoleucos) en de steenloper (Arenaria interpres).

Group F consists of Greenshank, Redshank, Spotted Redshank and Common Sandpiper, which occur in all the districts mentioned.
Groep F wordt gevormd door Groenpootruiter, Tureluur, Zwarte Ruiter en Oeverloper, die in alle bovengenoemde districten voorkomen.

Some birds more common to Turkana are the little stint, the wood sandpiper, and the common sandpiper.
Vogels die veel worden gezien in het meer zijn de kleine strandloper, de bosruiter, en de oeverloper.

English name: Common Sandpiper
Zuidelijke Hoornraaf Engelse naam:

English name: Common Sandpiper
Engelse naam: Common Sandpiper

Dunlins are the most common sandpiper species in Europe.
In Europa is de bonte strandloper de meest voorkomende strandloper.

LA: ≈ The ACTITIS HYPOLEUCOS (Common sandpiper) is lighter in colour and with grey legs.
LA: ≈ De ACTITIS HYPOLEUCOS (Oeverloper) is lichter en heeft grijzige poten.

Whimbrel and Common Sandpiper appear to be typical Uca specialists, whereas the Calidris species and the Bar-tailed Godwit rarely fed on Uca.
Regenwulp en Oeverloper blijken typisch Uca specialisten te zijn, terwijl de strandlopersoorten en de Rosse Grutto zelden wenkkrabben aten.

You can see species such as Mallard, Little Ringed Plover, Green Sandpiper, Common Sandpiper, Common Kingfisher and White Wagtail in the rivers and streams you will find along the way.
Rond de rivieren en beken waar we onderweg langskomen, kunnen we soorten zien als wilde eend, kleine plevier, witgat, oeverloper, ijsvogel en witte kwikstaart.

There are good numbers of Little Ringed Plover, Green Sandpiper, Common Sandpiper, White Wagtail and Grey Wagtail on the sand and gravel banks, incessantly moving up and down the river.
Op de zand- en grindoevers zien we ook de kleine plevier, de witgat, de oeverloper, de witte kwikstaart en de grote gele kwikstaart onophoudelijk heen en weer lopen langs de bedding.

After a survey in 2005, the ten most common species were found to be common tern, herring gull, black-headed gull, common gull, mallard, tufted duck, Canada goose, common goldeneye, lesser black-backed gull and common sandpiper.
Uit een telling uit 2005 bleek dat de volgende tien soorten vogels het meest voorkwamen en dit waren de visdief, de zilvermeeuw, de kokmeeuw, de stormmeeuw, de wilde eend, de kuifeend, de Canadese gans, de brilduiker, de kleine mantelmeeuw en de oeverloper.

whereas, at the height of the overwintering period, large numbers of birds that have migrated from northern Europe are to be found on the French coast, whereas the collection, emergency treatment and de-oiling centres set up by nature conservancy associations have received over 20 000 birds, and whereas scientists estimate that more than 100 000 birds belonging to 23 species have been affected, in particular open-sea species (guillemots, razorbills, puffins, gannets, kittiwakes, storm petrels, etc.), coastal species (great crested, Slavonian and little grebes, red-breasted mergansers, common scoters, dunlins, purple sandpipers and sanderlings) and estuarine species (such as little egrets and kingfishers),
overwegende dat midden in de overwinteringsperiode grote aantallen vogels uit Noord-Europa aan de Franse kust verblijven en dat bij de door de natuurbeschermingsverenigingen opgezette centra voor inzameling, eerstehulpverlening en reiniging tot nu toe meer dan 20.000 vogels zijn binnengekomen en dat wetenschappers ramen dat meer dan 100.000 vogels van ongeveer 23 soorten last hebben van de olie, met name zeevogels (zeekoet, alk, papegaaiduiker, jan-van-gent, drieteenmeeuw, stormvogeltje), kustvogels (fuut, kuifduiker, dodaars, middelste zaagbek, zwarte zee-eend, bonte, paarse en drieteenstrandloper) en estuariumvogels (bijv. kleine zilverreiger en ijsvogel),

As naturalist Arthur Morris writes, “all who pursue shorebirds share a common bond: each of us has stood countless times on desolate beaches or flats and watched a flock of sandpipers flashing dark and light, twisting and turning in synchronous flight.
Het is zoals de natuurkenner Arthur Morris schreef: „Alle mensen die zich met kustvogels bezighouden, hebben een gemeenschappelijke band: we hebben allemaal talloze keren op verlaten stranden of slikwadden gestaan en gekeken naar een zwerm licht en donker oplichtende strandlopers die draaien en wenden in een synchrone vlucht.

In the shallower areas (such as the islands, islets and the shoreline) you can see several species of waders, the diversity of which is much greater during the autumn passage (from July to October), and which include Black-winged Stilt, Common Redshank, Dunlin, Curlew Sandpiper and Little Ringed Plover.
In de ondiepere gedeeltes (eilandjes, baaien en de staart) kunnen we diverse soorten waadvogels zien. Hun diversiteit is groter in de periode na het broedseizoen (van juli tot oktober), met de aanwezigheid van steltkluut, tureluur, bonte strandloper, krombekstandloper en kleine plevier.