anglophobia oor Nederlands

anglophobia

naamwoord

alternative capitalization of Anglophobia

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

anglofobie

Anglophobia

naamwoord

The hatred or fear of England and anything English (or British).

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

Anglofobie

anglofobie

voorbeelde

Anglophobia had a long tradition in Russia.
De anglofobie had in Rusland een lange geschiedenis.

It’s Anglophobia, a strain that I’ve just developed, but she doesn’t need to know that.
Dat is Anglofobia, een soort die ik net heb ontwikkeld, maar dat hoeft zij niet te weten.

If ever posterity does interfere, it will say perhaps that M. Proudhon, afraid of offending his readers’ Anglophobia, preferred to make himself the responsible editor of Ricardo’s ideas.
Als het nageslacht zich er ooit in mengt, zal het misschien zeggen dat de heer Proudhon uit angst de anti-Engelse gezindheid van zijn lezers te kwetsen, er de voorkeur aan heeft gegeven zich tot verantwoordelijk uitgever van Ricardo’s denkbeelden te maken.