babbling oor Nederlands

babbling

naamwoord, werkwoord

(uncountable) a stage in child language acquisition, during which an infant appears to be experimenting with uttering sounds of language, but not yet producing any recognizable words

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

gebabbel

onsydig

She might say anything in her drunken babbling.
Ze kan alles zeggen met haar dronken gebabbel.

Soortgelyke frases

babble
babbelen · bazelen · brabbelen · brommen · dazen · gebabbel · gebrabbel · gekabbel · gekeuvel · gepraat · gezwets · kabbelen · keuvelen · kletsen · koeterwaals · kout · mompelen · morren · mummelen · murmelen · nonsens · praten · roddelen · roddelpraat · ruisen · verklappen

to babble
brabbelen

babble
babbelen · bazelen · brabbelen · brommen · dazen · gebabbel · gebrabbel · gekabbel · gekeuvel · gepraat · gezwets · kabbelen · keuvelen · kletsen · koeterwaals · kout · mompelen · morren · mummelen · murmelen · nonsens · praten · roddelen · roddelpraat · ruisen · verklappen

babble
babbelen · bazelen · brabbelen · brommen · dazen · gebabbel · gebrabbel · gekabbel · gekeuvel · gepraat · gezwets · kabbelen · keuvelen · kletsen · koeterwaals · kout · mompelen · morren · mummelen · murmelen · nonsens · praten · roddelen · roddelpraat · ruisen · verklappen

voorbeelde

Hours went by without us noticing, and the tent filled with a babble of voices blurting out our stories.
De uren verstreken zonder dat we het merkten en de tent vulde zich met het geluid van de verhalen die we kwijt moesten.

“I can boost Sophie’s powers,” he babbled, “just like I did in Paris—”
‘Ik kan Sophies krachten versterken,’ zei hij, ‘net als in Parijs...’

‘Then why babble of echoes and snow snakes?’
'Waarom bazel je dan over echo's en sneeuwslangen?'

Because if you knew more, You wouldn't be babbling about it where they could hear.
Omdat als je meer zou weten, zou je er niet over praten terwijl zij je kunnen horen.

Sonderfeld opened his mouth to speak, but the words were a frothing babble on his lips.
Sonderfeld opende zijn mond om te spreken, maar de woorden bestierven hem op de lippen.

Battlestar Control finally managed to get a word in over the babble, a call to Stiff Hardwick.
Battlestar Control slaagde er pas na een tijdje in daar doorheen te komen, en gaf een opdracht door aan Stiff Hardwick.

The noise from Silver Street is so muted that Sugar can hear the schoolmaster's frenzied babbling.
De geluiden van Silver Street klinken zo gedempt dat Sugar het extatische gebrabbel van de schoolmeester kan horen.

What are you babbling on about now?
Waar heb je het nu over?

"""We don't want any time away, Zedd,"" Verna put in, bringing Warren's bashful babbling to an end."
'We willen helemaal geen vrije tijd, Zedd,' onderbrak Verna hem, en maakte een eind aan Warrens bedeesde gebazel.

You even babble a bit of French.’
Je praat zelfs al een beetje Frans.”

Kara was babbling, words tripping over each other as she rushed to get all the bad news said at once.
Kara struikelde over haar eigen woorden in een poging het slechte nieuws allemaal in een keer te spuien.

The babbling would be endearing if, well...maybe it was endearing regardless, but still.
Het gebabbel zou heel lief kunnen zijn, als, ach... Misschien was het hoe dan ook wel lief, maar toch.

She heard the screaming, excited babble of the children charging back from the playground.
Ze hoorde het schreeuwende, opgewonden gepraat van de kinderen die van de speelplaats naar binnen stormden.

Too much babble
Hij heeft te veel blabla

And then he felt his guts twist, as something familiar in that last babbling voice made him look up.
En toen voelde hij zijn maag omdraaien, en iets bekends in die laatste brabbelende stem deed hem opkijken.

The other guard had roused himself by this time and was also bowing and babbling.
De andere bewaker was tegen deze tijd ook overeind gekomen en boog en wauwelde net zo.

I needed to keep you babbling long enough to pinpoint your position.
Ik moest je aan de praat houden om je positie te achterhalen.

I babbled that I‘d been granted twenty-four hours to prepare for Sophie‘s return.
Ik wist uit te brengen dat ik vierentwintig uur de tijd had gekregen om Sophies terugkeer voor te bereiden.

“—and if you insist on babbling in your sleep, at least talk coherently!
„...En als je blijft doorwauwelen in je slaap, praat dan alsjeblieft wat samenhangend!

How otherwise rational people can be turned into babbling ninnies by their hormones.
Hoe volstrekt normale mensen door hormonen kunnen flippen.

‘I don’t know what you’re babbling about, Salgado.
‘Ik weet niet waar u het over hebt, Salgado.

She’s going to take them to a babbling brook she knows and pummel them on the stones.
Zij zal ze meenemen naar een klaterend beekje en ze op de stenen schoon slaan.

The Julia that didn’t babble sentences which made no sense or hold her head like it hurt.
De Julia die geen zinnen brabbelde die nergens op sloegen, of haar hoofd vasthield alsof het pijn deed.

‘Ellie, Ellie,’ he babbled the name then swung her into his arms to stagger up the steps to the deck.
‘Ellie, Ellie,’ stamelde hij, nam haar in zijn armen en wankelde met haar het trapje op, naar het dek.

"""I bet she babbles her head off at home."""
‘Ik wed dat ze thuis de oren van je hoofd babbelt.’