get used to oor Nederlands

get used to

werkwoord

get or become familiar or accustomed with through experience; "I finally got used to my husband's odd habits"

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

wennen

werkwoord

But I'll get used to being blonde again.
Maar ik raak er wel aan gewend weer blond te zijn.

aanwennen

And here's me just getting used to sleeping in my own bed again.
Ik raakte er net weer aangewend om in mijn eigen bed te slapen.

gewoon maken

werkwoord

Soortgelyke frases

to get used to
wennen aan

to get used
aarden · gewend raken · wennen

voorbeelde

I’m getting used to the cast and crutches.
Ik ben al bijna gewend aan het gips en de krukken.

‘You’ll get used to such luxuries once you begin moving in the right circles.’
‘Als je je in de juiste kringen gaat bewegen raak je wel gewend aan zulke luxe.’

It just takes a while to get used to.
Het went pas na een tijdje.

“He shall have to get used to it.”
‘Hij zal eraan moeten wennen.’

She was getting used to his calls and his visits.
Ze raakte gewend aan zijn telefoontjes en bezoekjes.

Oh, you get used to it.
Daar raak je aan gewend.

They're all gonna see your stuff now or later, so you might as well get used to it.
Ze zullen vroeg of laat allemaal zien wat je in huis hebt, dus wen er maar alvast aan.

I could get used to this.
Ik zou hier aan kunnen wennen.

“Mmm, I could get used to this.”
‘Mm, hier zou ik wel aan kunnen wennen.’

After letting him get used to Gus’s presence in the room, Gus settled on the floor beside him.
Toen hij gewend was aan Gus’ aanwezigheid, was hij naast hem gaan zitten.

No, but she better get used to it because you're mine now.
Ja, want jij bent nu van mij.

It’s more a case of working out who you are now and getting used to that.”
Het gaat er eerder om dat je vertrouwd raakt met wie je nu bent en om daaraan te wennen.’

Our children will get used to the taste of fish.
Onze kinderen zullen aan de smaak van vis wennen.

Grace was bent over his neck, talking, murmuring, letting him get used to her weight.
Grace zat over zijn nek gebogen en praatte, mompelde, liet hem wennen aan haar gewicht en praatte.

The poor man needed time to get used to pregnancy mood swings.
De arme man had tijd nodig om te wennen aan de stemmingswisselingen die gepaard gingen met haar zwangerschap.

Too bad if a monocle was less convenient than glasses, he'd just have to get used to it.
Een monocle zat weliswaar minder makkelijk dan een bril, maar hij zou er wel aan wennen.

I'll have to get used to it.
Ik zal er aan moeten wennen.

I could get used to this.
Wat een service.

‘Well, no doubt I shall get used to it.
‘Nou, ik zal er vast wel aan wennen.

He needs to get used to my house.
Hij moet aan mijn huis wennen.

I don't know if I'd get used to that.
Ik weet niet of ik daar aan gewend kan raken.

He had to warm up, get used to the conversation, and then he was more talkative.
Hij moest opwarmen, wennen aan het gesprek, en daarna was hij spraakzamer.

We’ve just got to get used to the idea.
We zullen alleen aan het idee moeten wennen.

I am getting used to it, Gorial.
– Ik moet er nog aan wennen, Gorial.

She is getting used to that these days.
Daar begint ze dezer dagen aan te wennen.