play date oor Nederlands

play date

Vertalings in die woordeboek Engels - Nederlands

speelafspraak

Babe, I don't think you're fully aware of my play date persona.
Schat, ik denk niet dat jij bewust bent van mij bij een speelafspraak.

voorbeelde

Debra arranges the play dates, but then I go and pick her up sometimes.
Maar ik haal je weleens op, hè? Soms.

Holding a job, the story said, arranging play dates.
Je baan zien te houden, zei het verhaal, en afspraken maken om te spelen.

Maybe, someday, you know, if you ever want, we can have a guinea-pig play date.
Misschien, ooit, weet je, als je het ooit wilt, kunnen onze cavia's samen spelen.

I made a play date for him with one of the kids from the game.
Ik heb een speelmaatje voor hem geregeld.

‘So I thought I’d sort a play date for Gracie so that you and I can really talk.
‘Daarom heb ik geregeld dat Gracie ergens kon gaan spelen, zodat ik eens goed met jou kan praten.

He' s at a friend' s house for a play date
Hij is bij een vriendje aan het spelen

We start our day in play-date casual.
We beginnen de dag in een soepel huispakje.

I thought she was coming over for a play date.
Ik dacht dat ze kwam spelen?

Let's go on a play date.
Laten we gaan stappen.

The play-date’s dad had brought her home.
De vader van haar speelkameraadje had haar thuisgebracht.

He was my fiance, not some JV cops-and-robbers play date.
Hij was mijn verloofde, niet een of ander verzetje.

He had a play date with his daughter.
Hij had een afspraak met z'n dochter.

I'd love to have a play date.
Leuk, een speelafspraakje.

That is so funny, because Samantha keeps asking me to have a play date with Hannah.
Dat is zo grappig want Samantha blijft me vragen om naar een voorstelling te gaan met Hannah.

We have a play date with you this afternoon!”
We hebben vanmiddag een speelafspraak met jou!'

Her play date's on Friday.
Speelafspraakje is op vrijdag.

Chauffeur Girl and Frankie had been having play dates for a while.
Onze chauffeuse en Frankie spelen al langer met elkaar.

Oh, uh, so, remember, we have the play date with Cameron.
Denk er aan, er is straks een speelafspraak met Cameron.

It is chaos around us as children are snacked and play dates are made.
Om ons heen is het een chaos van kinderen die te eten krijgen en intussen worden er speelafspraken gemaakt.

“I was just wondering, would your daughter like to come on a play date tomorrow?
‘Ik vroeg me af of je dochter het misschien leuk zou vinden om morgen te komen spelen?

What the hell is a play date?
Wat is verdomme een speelafspraak?

Beth was away on a play date with one of her young friends.
Beth had een speelafspraak bij een van haar vriendinnetjes.

“And you feel that extra-curricular activities and play dates are stressing him out?”
‘En u bent bang dat buitenschoolse activiteiten en speelafspraakjes hem gestrest maken?’

Okay, come on, we should pick Teddy up from his play date.
Laten we Teddy ophalen.

Especially when they caused a conflict with an eight-year-old’s schedule of baseball practices and play dates.
Vooral als die problemen opleverden met zijn dagindeling als achtjarige: baseballtraining en speelafspraken.