CONSIDERANT QUE , PAR LETTRE DU 12 MARS 1979 , LE GOUVERNEMENT ITALIEN A DEMANDE A LA COMMISSION D ' ENGAGER LA PROCEDURE PREVUE AUX ARTICLES 4 ET 5 DU REGLEMENT ( CEE ) NO 3195/75 EN VUE DE DETERMINER SI L ' APPAREIL DENOMME " HEWLETT-PACKARD - GAS CHROMATOGRAPH - MASS SPECTROMETER , MODEL HP 5982A " , UTILISE DANS LE CADRE DE RECHERCHES DANS LE DOMAINE DES REACTIONS DE CYCLO-ADDITION DE DIIOHAPIRIDINE , DE LA SYNTHESE ET DE L ' ETUDE DES DERIVES DE LA SERIE DE LA NAPHTYRIDINE ET , EGALEMENT , DES SUBSTITUTIONS AROMATIQUES ET ELECTROPHILES EN PHASE GAZEUSE , DOIT ETRE CONSIDERE OU NON COMME UN APPAREIL SCIENTIFIQUE ET , EN CAS DE REPONSE AFFIRMATIVE , SI DES APPAREILS DE VALEUR SCIENTIFIQUE EQUIVALENTE SONT PRESENTEMENT FABRIQUES DANS LA COMMUNAUTE ;
Overwegende dat , middels schrijven van 12 maart 1979 , de Italiaanse Regering de Commissie heeft gevraagd de procedure in te stellen bedoeld in de artikelen 4 en 5 van Verordening ( EEG ) nr . 3195/75 om vast te stellen of het apparaat genaamd " Hewlett-Packard gas chromatograph - mass spectrometer , model HP 5982 A " , dat wordt gebruikt in het kader van het onderzoek op het gebied van de cyclo-additiereacties van diiohapiridine , van de synthese en de bestudering van de derivaten van de naphtyridinereeks en tevens van de aromatische en elektrofiele substituties in gasfase , al dan niet beschouwd moet worden als een wetenschappelijk apparaat , en , indien het antwoord bevestigend luidt , of momenteel in de Gemeenschap apparaten met gelijke wetenschappelijke waarde worden vervaardigd ;EurLex-2 EurLex-2