chipoteur oor Nederlands

chipoteur

individu pointilleux

Vertalings in die woordeboek Frans - Nederlands

muggenzifterig

individu pointilleux

mierenneuker

naamwoord

coupeur de cheveux en quatre

muggenzifter

naamwoord

coupeur de cheveux en quatre

voorbeelde

Mais j’imagine qu’un homme qui a une si belle auberge ne va pas chipoter pour me donner mon dû
‘Hoewel ik vermoed dat een vent met zo’n mooie herberg wel niet wakker zal liggen van een eerlijke betaling.’

Arrête de chipoter et joue.
Gedraag je nu als een man en ga verder.

Jake envisagea un bref instant de chipoter, puis se dit : À quoi bon perdre notre temps ?
Jake overwoog even hem tegen te spreken, maar dacht toen: Waarom zouden we onze tijd verspillen?

On chipotte à ce que je vois!
Jullie zijn wel kieskeurig he!

Celle que Quinlan brandissait était en fait celle d’Eph, mais ce n’était pas le moment de chipoter.
Het wapen waarmee Quinlan zwaaide, was eigenlijk Ephs zwaard, maar dit was niet het moment om daarover te gaan kibbelen.

Commissaire général et responsable principal de l’assistance juridique dans le centre pénitentiaire “El chipote”.
Algemeen commissaris en hoofdverantwoordelijke voor rechtsbijstand in de “El Chipote"-gevangenis.

On aurait sans doute pu chipoter, mais ce n’est pas notre genre, pas vrai, pasteur ?
We hadden hem waarschijnlijk wel voor minder kunnen krijgen, maar hé, wij doen niet aan goedkoop, hè, dominee?’

La Commission a essayé de chipoter ici et là, avec un système qui, grosso modo, a fonctionné jusqu'au moment où on a estimé très mauvais que des cellules externes agissent pour accélérer les contrats.
De Commissie heeft wat gemorreld aan een systeem dat min of meer redelijk heeft gefunctioneerd tot wanneer men vond dat het niet meer kon dat externe cellen tussenbeide kwamen om de contracten te bespoedigen.

Il avait chipoté avec la nourriture et m’avait aidée à vider la bouteille de vin.
Hij had zijn eten alleen maar een beetje met zijn vork verplaatst en me geholpen de fles wijn te legen.

J’étais pareil, mais je n’ai plus le temps de chipoter avec la morale.
Met mij was het hetzelfde, maar ik heb geen tijd meer om om mijn ethiek heen te trippelen.

Tu es un chipoteur.
Je bent een " zeikerdje "!

Et elle chipote sur les gens qu'elle invite.
En ze heeft erg specifieke regels van wie ze bij haar uitnodigt.

Ne chipote pas, Michael.
Doe niet zo, Michael.

Oh mon dieu, vas-tu arrêter de chipoter avec ton appareil dentaire?
Mijn God, wil je alsjeblieft ophouden met dat geklik?

Quand un acheteur propose un plan de sauvetage comme la généreuse offre de Trans Vision, on ne chipote pas
Als er een koper met een reddingsbod komt zo royaal als dat van Trans Vision, ga je niet zitten muggenziften

Christoph était assis à la table de la cuisine et la voyait chipoter ce qu’elle avait dans son assiette.
Christoph zat tegenover haar aan de keukentafel en keek hoe ze het eten op haar bord heen en weer schoof.

Quand les Victoriens ont fait les chemins de fer, ils n'ont pas chipoté.
Toen in de Victoriaanse tijd de spoorwegen werden gebouwd, stapelden ze niet slechts containers.

Arrêtons de chipoter.
Dus laten we er niet omheen draaien.

Je sais que je donne l’impression de chipoter, mais est-ce que le vent ne devrait pas les rapprocher ?
‘Ik weet dat ik spijkers op laag water zoek, maar zou de wind hen niet juist bij elkaar moeten brengen?’

Cesse de chipoter, passe la bouteille.
Stop met er mee te prutsen, geef me gewoon het flesje.

Oh, bravo, le voilà qui chipote.
Oh, geweldig, nu begint het pingelen.

Arrête de chipoter, bois ton verre.
Speel niet met je eten, drink het gewoon op.

Cognac... Double... Elle parle du jardin, pas de la maison... Ouais... Euh... On va pas chipoter, hein?
‘Cognac... Een dubbele...’ ‘Ze had het over de tuin, niet over het huis...’ ‘Ja, eh... We gaan nu niet zeuren, hè?’

Je vais t'apprendre à chipoter.
Je mag niet spelen met je eten.

J' ai commencé à chipoter dans mon nez
Toen begon ik keihard in m' n neus te peuteren