Zoar oor Engels

Zoar

Vertalings in die woordeboek Nederlands - Engels

Zoar

Zoar (Ohio)

Zoar, Ohio

Woont in Zoar, een van die's nachts kristal mijnbouw steden.
Lives in Zoar, one of those overnight crystal mining towns.

voorbeelde

In de oorlog tegen de koningen van de rebellerende stadstaten (Sodom, Gomorra, Adma, Zeboïm en Bela of Zoar) die in de Laagvlakte van Siddim, dat wil zeggen, in het gebied van de Zoutzee, lagen, sloot koning Arioch van Ellasar zich bij de koningen Amrafel van Sinear, Kedorlaomer van Elam en Tideal van Gojim aan.
(Ge 14:1) King Arioch of Ellasar joined forces with Kings Amraphel of Shinar, Chedorlaomer of Elam, and Tidal of Goiim in warring against the kings of the rebelling city-states (Sodom, Gomorrah, Admah, Zeboiim, and Bela, or Zoar) at the Low Plain of Siddim, or the Salt Sea.

De steden Sodom, Gomorra en Zoar of Bela bevonden zich dicht bij de oever van de Zoutzee (Gen.
The cities of Sodom, Gomorrah, and Zoar or Bela were near its shores (Gen.

Het veilige huis bestond uit twee kamers op de eerste verdieping van een vervallen huis in de stadswijk Zoar Shar.
The safe house was two rooms on the second floor of a derelict building in the district of the city called Zoar Shar.

Zij begaven zich met de grootste spoed naar de stad Zoar, en „de zon was over de aarde opgegaan, toen Lot te Zoar aankwam.
They hurried on to the city of Zoar, and “the sun had gone forth over the land when Lot arrived at Zoar.

Voor vs. 1b-3, „En daar toonde Jehovah hem . . . tot aan Zoar”, geeft Sam: „En daar toonde Jehovah hem het hele land vanaf de rivier van Egypte tot de grote rivier, de rivier de Eufraat, en tot de westelijke zee.”
For vss 1b-3, “And Jehovah went showing him . . . as far as Zoar,” Sam reads: “And Jehovah went showing him all the land from the river of Egypt to the great river, the river Euphrates, and to the western sea.”

Dit wordt weerspiegeld in de namen Zoar („kleinheid”), Bethsaïda („vissershuis of -plaats”) en Bethlehem („broodhuis”).
This is reflected in the names Zoar (“littleness”), Bethsaida (“house or place of fishing”) and Bethlehem (“house of bread”).

Yohanan Aharoni identificeert Zoar met es-Safi, dat in de delta van het stroomdal van de Zered (Wadi el-Hasaʼ) ligt.
Yohanan Aharoni identifies it with es-Safi, situated on the delta of the torrent valley of Zered (Wadi el-Hasaʼ).

Verdere aankleding ontbrak, Bar-Zoar Ltd. scheen immers een startersbedrijf te zijn.
There were no further set dressings in Bar-Zoar Ltd., as it was purported to be a start-up business.

In dit gebied lagen de steden van de Vlakte, namelijk Sodom, Gomorra, Adama, Zeboïm en Bela of Zoar. — Gen.
In this region were the cities of the Plain, namely, Sodom, Gomorrah, Admah, Zeboiim and Bela or Zoar.—Gen.

Misschien „sloeg [Lot van daar uit] zijn ogen op en zag het gehele Jordaandistrict, dat de gehele streek rijk aan water was, voordat Jehovah Sodom en Gomorra verdierf, als de tuin van Jehovah, als het land Egypte, tot aan Zoar toe”. — Genesis 13:8-10.
Perhaps from there “Lot raised his eyes and saw the whole District of the Jordan, that all of it was a well-watered region before Jehovah brought Sodom and Gomorrah to ruin, like the garden of Jehovah, like the land of Egypt as far as Zoar.” —Genesis 13:8-10.

Anderen daarentegen vermoeden dat En-Eglaïm een plaats was aan de ZO-oever van de Dode Zee, dicht bij Zoar.
On the other hand, others suggest a site on the SE shore of the Dead Sea, near Zoar.

Bij Zoar.
Zoar's got it.

Zij heeft Zoar nooit bereikt, maar Lot en zijn twee dochters wel.
She never got to Zoar, but Lot with his two daughters did.

Nog later voelde Lot zich gedwongen de stad Zoar te verlaten en in een grot te gaan wonen (Gen.
Still later, Lot felt compelled to leave the city of Zoar and take up residence in a cave.

Pas toen de rechtvaardige Lot en zijn dochters veilig in de stad Zoar waren aangekomen, liet Jehovah „zwavel en vuur” op Sodom regenen (Genesis 19:22-24).
It was only when righteous Lot and his daughters arrived safely at the city of Zoar that Jehovah “made it rain sulphur and fire” upon Sodom.

8 Een van de twee engelen die Lot en zijn dochters hielpen de ten ondergang gedoemde stad en de gevaarzone te verlaten, zei tot Lot: „Haast u, vlucht daarheen, want ik zal niets kunnen doen, voordat gij daar [te Zoar] aangekomen zijt” (Gen.
8 One of the two angels who helped Lot and his daughters to get out of the doomed city and the danger zone said to Lot: “Hurry! Escape there, because I am not able to do a thing until your arriving there [at Zoar]!”

Het kerkhof van Tofte lag op een paar honderd meter afstand van Zoar Lutheran Church, aan het einde van een smalle weg.
THE CEMETERY IN TOFTE was a couple of hundred yards above Zoar Lutheran Church, at the end of a narrow road.

Toch luisterde Jehovah naar Lots smeekbeden en spaarde Zoar.
Nonetheless, Jehovah yielded to Lot’s pleas and spared Zoar.

Jehovah toonde consideratie met Lot door hem dat toe te staan; toen andere steden werden vernietigd, werd Zoar dan ook gespaard.
Jehovah showed consideration for Lot by allowing him to do that; so when other cities were destroyed, Zoar was spared.

CAFE ZOAR
CAFE ZOAR

In de dagen van Lot was het Jordaandistrict „als de tuin van Jehovah, als het land Egypte, tot aan Zoar toe” (Ge 13:10).
In Lot’s day the district of the Jordan was “like the garden of Jehovah, like the land of Egypt as far as Zoar.”

Engelen van God hielpen Lot en zijn beide dochters om naar de nabijgelegen stad Zoar te ontkomen.
Angels from God helped Lot and his two daughters to escape to the nearby city of Zoar.

Wat deed Zoar daar?
What was Zoar doing?

Naar men gelooft, is dit de weg die door de Elamitisch-Babylonische koningen in Abrahams tijd werd gebruikt, toen zij de koningen van Sodom, Gomorra, Zoar, Adama en Zeboïm, steden die bij de Dode Zee lagen, aanvielen.
20:17) It is thought to have been the highway used by the Elamite-Babylonian kings in Abraham’s day who attacked the kings of Sodom, Gomorrah, Zoar, Admah and Zeboiim, who were located in the vicinity of the Dead Sea.

Er werd voorzegd dat wanneer Moab door rampspoed getroffen zou worden, zijn ontkomenen naar Zoar zouden vluchten en dat het geschrei over de verwoesting van de natie „van Zoar helemaal tot Horonaïm, tot Eglath-Selisia toe” gehoord zou worden, waaruit misschien valt af te leiden dat Zoar destijds een Moabitische stad was (Jes 15:5; Jer 48:34).
It was foretold that when catastrophe befell Moab, its runaways would flee to Zoar and that the cry over the nation’s devastation would be heard “from Zoar clear to Horonaim, to Eglath-shelishiyah,” perhaps indicating that Zoar was then a Moabite city.