attaqueer oor Engels

attaqueer

werkwoord

Soortgelyke frases

attaqueren
aggress · assail · assault · attack · commit aggression · rip · strafe

voorbeelde

Ik knijp maar zelden kinderen of attaqueer zieken, maar zo nu en dan is het noodzakelijk.'
I rarely pinch children or attack the sick, but sometimes it’s necessary.”

‘Waarom attaqueer je deze burgers?’
"""What are you doing assaulting these citizens?"""

Ge hebt te veel gevoel voor andere dingen, ge vindt een vrouwtje dat aardappelen opraapt op ’t land, een spitter, een zaaier, een dametje op straat of t’huis te mooi dan dat ge er niet toe komen zoudt om die te attaqueeren, nog heel anders dan ge tot nu toe gedaan hebt.
You have too much feeling for other things, a woman gathering potatoes in the field, a digger, a sower, a lady in the street or at home, you find them all too beautiful not to get around to attacking them, in a completely different way than you have up to now.

Hij mag zich wel eens bezinnen voor hij begint mij te attaqueeren doch nog eens, ik twijfel of zij zooiets zouden durven.
He’d do well to think twice before attacking me, but again I doubt whether they’d dare do such a thing.